WAARSCHUWING
▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde
nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken.
▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via
een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de
aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken.
▪ Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪ Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders,
zodat deze NIET in contact kan komen met scherpe
randen of buizen, vooral langs de hogedrukzijde.
▪ Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochten
geleiders, geen verlengkabels en geen aansluitingen
van een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor
oververhitting
of
veroorzaken.
▪ Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat
deze
unit
een
fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties
en kan ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Alle bedrading moet worden uitgevoerd door een
erkend elektricien en moeten voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste
bedrading.
▪ Alle op de site geleverde componenten en alle
elektrische constructies dienen te voldoen aan de
geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik
ALTIJD
een
stroomtoevoerkabel.
6
Installatie
6.1
Overzicht: Installatie
In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u ter plaatse moet doen en
weten om het systeem te installeren.
Typische werkstroom
Een typische installatie bestaat uit de volgende stappen:
▪ De buitenunit monteren.
▪ De binnenunit monteren.
▪ De koelmiddelleiding aansluiten.
▪ De koelmiddelleiding controleren.
▪ Koelmiddel bijvullen.
▪ De elektrische bedrading aansluiten.
▪ De installatie van de buitenunit voltooien.
▪ De installatie van de binnenunit voltooien.
FNA25~60A2VEB
Split-systeem airconditioners
4P482940-1 – 2017.06
elektrische
schokken
of
brand
inverter
bevat.
Een
meeraderige
kabel
6.2
De binnenunit monteren
6.2.1
Voorzorgen bij het monteren van de
binnenunit
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de
volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
6.2.2
Richtlijnen bij de installatie van de
binnenunit
INFORMATIE
Optionele apparatuur. Lees ook de installatiehandleiding
van de optionele apparatuur bij de installatie hiervan.
Afhankelijk van de omstandigheden ter plaatse, kan het
gemakkelijker zijn om eerst de optionele apparatuur te
installeren.
▪ Sterkte van de muur of de vloer. Controleer of de muur of de
vloer sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen. Als er
een risico is, verstevig de muur of de vloer dan alvorens de unit te
installeren.
▪ Ophangbouten. Gebruik W3/8 M10-ophangbouten voor de
montage. Bevestig de ophangbeugel aan de ophangbout.
Bevestig de bout goed met een moer en vulring aan de boven- en
onderzijde van de ophangbeugel.
A
b
a
als
a
c
A
De ophangbeugel vastmaken
B
Vulringen vastmaken
a
Pakkingring (accessoires)
b
Ophangbeugel
c1
Moer (lokaal te voorzien)
c2
Dubbele moer (niet meegeleverd)
d
Bevestigingsplaat vulring (accessoire)
▪ Afstand ophangbouten voor bevestiging aan de muur:
Klasse
25/35
50/60
6 Installatie
B
d
A (mm)
740
1140
Uitgebreide handleiding voor de installateur
11