Waterafvoer aansluiten
– In de afvoer van de afwasautomaat
bevindt zich een terugslagklep, zodat
geen vuil water via de afvoerslang
naar de automaat kan terugstromen.
– Het apparaat moet bij voorkeur op
een apart, ter plaatse aanwezig af-
voersysteem worden aangesloten.
Als dat niet mogelijk is, adviseren wij
de automaat aan te sluiten op een si-
fon met twee kamers.
– De afwasautomaat is voorzien van
een flexibele afvoerslang van
ca. 1,5 m (diameter 22 mm binnen-
werks).
Voor de aansluiting van de slang wor-
den slangklemmen bijgeleverd.
– De afvoerslang mag niet worden in-
gekort! De slang kan met een verbin-
dingsstuk en een extra slang worden
verlengd. De afvoerslang mag maxi-
maal 4 m lang zijn en een opvoer-
hoogte van 1 m niet overschrijden.
– Het afvoersysteem moet een capaci-
teit hebben van minimaal 16 l/minuut.
De afvoerslang moet zonder
knikken worden gelegd. Op de slang
mag geen druk of trekkracht worden
uitgeoefend.
Wateraansluiting
Beluchting van de waterafvoer
Ligt de waterafvoeraansluiting op de
plaats van opstelling dieper dan de ge-
leiding voor de wieltjes van het onder-
rek in de deur, dan moet de waterafvoer
worden belucht. Gebeurt dat niet, dan
kan het water tijdens een programma
door zuighevelwerking uit de spoelruim-
te stromen.
Ga voor het beluchten als volgt te werk:
Open de deur van de automaat hele-
maal.
Trek de onderste sproeiarm omhoog
en haal deze eraf.
Snijd de dop van de beluchtingsklep
in de spoelruimte eraf.
79