Hoofdstuk 8 - Bediening
3–2–1 Selectie rijsnelheid
GEVAAR
Stuur rechtuit wanneer u snel rijdt. Zet de
schakelaar in de stand "LANGZAAM" voordat u
een bocht maakt.
Het platform kan anders ver uitzwaaien en
dan kan de bediener van het platform worden
geslingerd.
VOORZICHTIG
• Rijd uitsluitend met hoge snelheid wanneer het
wegdek vlak is, u goed zicht vooruit hebt en u
een grote afstand moet afleggen.
• Onder normale omstandigheden
houdt u de selectieknop voor de
rijsnelheid op "LANGZAAM".
• Wanneer u sneller gaat rijden,
wordt het motortoerental
automatisch hoger. Verander uw
rijsnelheid liever niet, want dat geeft een grote
schok.
• U mag uitsluitend met hoge snelheid rijden,
wanneer de telescoop volledig is ingetrokken
en zich onder het horizontale vlak
bevindt. In alle andere situaties,
ook wanneer u de selectieknop
voor de rijsnelheid op "SNEL"
zet, kunt u uitsluitend met lage
snelheden rijden.
U kunt zowel langzaam als snel kiezen als
rijsnelheid. Plaats de selectieknop voor rijsnelheid
op de stand "SNEL" of "LANGZAAM".
Selectieknop rijsnelheid
Regelknop rijden (links)
Regelknop rijden (rechts)
3–2–2 Voor- en achteruit
Trap het voetpedaal in en bedien de beide
regelknoppen voor het rijden in de rijrichting.
36
NL_SR12C14CJ_DRUK.indd 36
M085F521
Figuur 8–16
Figuur 8–17
3–2–3 Een bocht maken
Trap het voetpedaal in en bedien de beide
regelknoppen voor het rijden zoals in
onderstaande figuur wordt aangegeven.
(1) Linkse bocht voorwaarts / achterwaarts
Figuur 8–18
(2) Rechtse bocht voorwaarts / achterwaarts
Figuur 8–19
LET OP
Als vanwege de ondergrond de rijrichting
niet kan worden aangepast, brengt u de
hoogwerker eerst naar een geschikte
ondergrond door voor- of achteruit te rijden en
dan verandert u van richting.
M085B101
M085B201
M085B301
27-02-2009 13:19:28