Inhoudsopgave
Advertenties
15. Batterij- en zekeringvervanging
15.1 Batterijconditie en -vervanging
De indicator voor de batterijconditie wordt altijd weergegeven wanneer het instrument is ingeschakeld, zoals hieronder: 100%, 75%,
50%, 25% en lager, zoals hieronder:
100%
75%
Vervangende batterijtypes zijn:
6 x LR6 (AA), 1,5 V alkaline,
of 6 x 1,2 V NiMH
Waarschuwing: Gebruik GEEN oplaadbare AA LiON-batterijen (lithium-ionbatterijen), omdat deze elk een
spanningswaarde van 3,4 V hebben en daardoor het instrument onherstelbaar kunnen beschadigen.
Opmerking: Oplaadbare NiMH-batterijen hebben een lagere lading dan alkalinebatterijen en geven mogelijk niet op tijd
aan dat ze leegraken.
De MIT kan niet worden gebruikt terwijl de accu wordt opgeladen. Bij het opladen van oplaadbare NiMH-accu's dient u de door
Megger geleverde lader te gebruiken. Deze is verkrijgbaar als optionele accessoire. Andere laders werken niet op de MIT. De Megger-
lader is ontworpen om de functies en nauwkeurigheid van de MIT te behouden. De MIT kan worden opgeladen wanneer deze is
in- of uitgeschakeld. Als de MIT is ingeschakeld, wordt tijdens het opladen "Chg" weergegeven op het scherm. De accusegmenten
op het scherm geven het huidige laadniveau weer. Als de accu volledig is opgeladen, wordt op het scherm de melding "bat OK"
weergegeven.
15.2 Procedure voor het vervangen van batterijen:
1. Schakel het instrument uit en koppel het los van elektrische circuits.
2. Koppel alle meetsnoeren los van het instrument.
3. Om de klep aan de achterkant te verwijderen, moet u de schroeven verwijderen en de klep afnemen.
4. Verwijder de lege batterijen en plaats nieuwe batterijen. Houd hierbij de correcte polariteit aan die op het batterijvak is
aangegeven.
5. Plaats de klep weer terug met de schroeven.
6. Voer de batterijen volgens de voorschriften af.
Waarschuwing: - een verkeerde batterijpolariteit kan elektrolytlekkage veroorzaken of het instrument beschadigen. Als
de indicator voor de batterijconditie geen volledige lading aangeeft, is een batterij mogelijk verkeerd om geplaatst.
Opladen met een omgekeerde batterij kan leiden tot plaatselijke verwarming en mogelijke beschadiging van de behuizing.
Opmerking: batterijen mogen niet in een instrument worden gelaten wanneer dit voor langere tijd ongebruikt blijft.
15.2.1 Batterijspanning
De batterijspanning moet in 1,2 V worden veranderd als er NiMH-batterijen worden gebruikt. Zie hoofdstuk 13 Setup.
MIT400/2
50%
25%
Low
www.megger.com
41
Advertenties
Inhoudsopgave
