Kookplaat opliggend inbouwen
Maak de uitsparing in het werkblad.
Neem de veiligheidsafstanden in acht
(zie hoofdstuk "Installeren", paragraaf
"Veiligheidsafstanden").
De snijvlakken van houten werk-
bladen moeten met speciale lak, sili-
conenkit of giethars worden afge-
werkt om te voorkomen dat het werk-
blad door vocht wordt aangetast. Het
afdichtmateriaal moet temperatuurbe-
stendig zijn.
Deze materialen mogen niet op het
oppervlak van het werkblad terecht-
komen.
Plak de bijgeleverde afdichttape on-
der de rand van de kookplaat. Breng
de afdichttape niet onder trekspan-
ning aan.
Schade door ondeskundige aan-
sluiting.
De elektronica van de kookplaat kan
door een kortsluiting beschadigd ra-
ken.
Laat de kookplaat uitsluitend door
een elektricien op het elektriciteitsnet
aansluiten.
Sluit de aansluitkabel volgens het
schema op de kookplaat aan (zie het
hoofdstuk "Installeren", paragraaf
"Elektrische aansluiting").
Geleid de aansluitkabel van de kook-
plaat door de uitsparing in het werk-
blad omlaag.
Zet de kookplaat midden in de uit-
sparing. Zorg ervoor dat de afdichting
op het werkblad aansluit, zodat een
correcte afdichting gegarandeerd is.
Als de afdichting bij de hoeken niet
goed op het werkblad aansluit, kan
de hoekradius van het werkblad (≤
R4) voorzichtig met een decoupeer-
zaag worden bijgewerkt.
Als een voor luchttoevoer geoptimali-
seerde bodemplaat is gemonteerd,
plaatst u de kookplaat zodanig dat de
ventilatoren zich boven de uitsparin-
gen bevinden.
Sluit de kookplaat aan op het elektri-
citeitsnet (zie hoofdstuk "Installeren",
paragraaf "Elektrische aansluiting").
Controleer of de kookplaat goed
functioneert.
Installeren
91