Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Het Geluid Bewerken; De Systeemeffecten Bewerken; Een Programma Bewerken; Een Programma Opslaan (Program Write) - Roland AX-Edge Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Het geluid bewerken

De AX-Edge heeft drie geluidsgerelateerde bewerkingstypen.
Programma's bewerken
Hier kunt u de parameters voor een programma bewerken.
Deze parameters omvatten de aan-/uit-instelling en
volumeaanpassing voor elke partij, effectinstellingen voor elk
programma en vocoder-instellingen.
Systeemeffecten bewerken
Hier kunt u instellingen bewerken voor de effecten die
van toepassing zijn op het algemene uitgestuurde geluid
(systeemeffecten).
De systeemeffecten bieden chorus/delay, galm, EQ en
compressor.
Klanken bewerken
Hier kunt u klankgerelateerde parameters bewerken.
Het bewerken van klanken is niet mogelijk op de AX-Edge zelf.
Gebruik de speciale smartphone-app
deze parameters te bewerken.
Voor meer informatie raadpleegt u
OPMERKING
De bewerkte instellingen gaan verloren tenzij u deze opslaat (schrijft).
Als u de instellingen wilt behouden, slaat u deze als volgt op.
Om klankbewerkingsinstellingen op te slaan, gebruikt u AX-Edge Editor.

De systeemeffecten bewerken

1.
Druk op de [MENU/WRITE]-knop.
2.
Gebruik de
[K] [J]-cursorknoppen
te selecteren en druk vervolgens op de [ENTER]-knop.
3.
Gebruik de
[K] [J]-cursorknoppen
selecteren en gebruik de
te bewerken.
Raadpleeg de
"Parameter Guide (Engels)"
informatie.
4.
Houd de
[SHIFT]-knop
WRITE]-knop
om de wijzigingen op te slaan.
Het SYSTEM WRITE-bevestigingsscherm verschijnt.
Write System ?
[Exit]:N [Ent]:Y
5.
Druk op de
[ENTER]-knop
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
MEMO
Als u de systeemeffectinstellingen wilt opslaan, voert u
de Write-bewerking uit terwijl u zich in het scherm voor
systeemeffectinstellingen bevindt. U kunt de systeemeffectinstellingen
niet opslaan vanaf andere schermen.
16
"AX-Edge Editor"
om
"AX-Edge
Editor".
om
"SYSTEM EFFECT"
om een parameter te
[–] [+]-knoppen
om de waarde
(PDF) voor meer
ingedrukt en druk op de
[MENU/
om de bewerking uit te voeren.

Een programma bewerken

1.
Druk op de [MENU/WRITE]-knop.
2.
Gebruik de
[K] [J]-cursorknoppen
SOUND"
of
"PROGRAM CTRL"
vervolgens op de [ENTER]-knop.
3.
Gebruik de
[K] [J]-cursorknoppen
selecteren en gebruik de
te bewerken.
Raadpleeg de
"Parameter Guide (Engels)"
informatie.
Een programma opslaan
4.
Houd de
[SHIFT]-knop
ingedrukt en druk op de
WRITE]-knop
om de wijzigingen op te slaan.
Het programmanaaminvoerscherm verschijnt.
PROG NAME
[Ent]
InitProg
5.
Gebruik de
[K] [J]-cursorknoppen
verplaatsen en gebruik de
te wijzigen.
6.
Wanneer u de naam hebt opgegeven, drukt u op de
[ENTER]-knop.
Er wordt een scherm weergegeven waar u het programma kunt
selecteren dat als opslagbestemming wordt gebruikt.
7.
Gebruik de
[–] [+]-knoppen
selecteren dat als opslagbestemming wordt gebruikt.
De onderste lijn van het scherm geeft de programmanaam van
de opslagbestemming weer.
Wanneer u opslaat, wordt het programma overschreven en gaan
de vorige gegevens verloren.
8.
Druk op de [ENTER]-knop.
Er verschijnt een bevestigingsbericht.
9.
Druk op de
[ENTER]-knop
Als u wilt annuleren, drukt u op de [EXIT]-knop.
OPMERKING
De wijzigingen die u maakt in het programma dat u aan het bewerken
bent, gaan verloren als u het apparaat uitschakelt tijdens het bewerken
of wanneer u een ander programma selecteert. Als u uw instellingen
wilt behouden, slaat u het programma op.
om
"PROGRAM
te selecteren en druk
om een parameter te
[–] [+]-knoppen
om de waarde
(PDF) voor meer
(Program Write)
[MENU/
om de cursor te
[–] [+]-knoppen
om het teken
om het programma te
om de bewerking uit te voeren.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave