Probleemoplossing
Raadpleeg de volgende tabel als de airconditioner niet normaal werkt, om tijd en onnodige uitgaven te
besparen.
Probleem
De airconditioner werkt
helemaal niet.
Ik kan de temperatuur niet
wijzigen.
Er komt geen koele of warme
lucht uit de airconditioner.
Ik kan de richting van de
luchtstroming niet wijzigen.
Ik kan de ventilatiesnelheid
niet wijzigen.
20
Nederlands
• Controleer het stroomsnoer en schakel de airconditioner opnieuw in.
• Schakel de installatieautomaat in, steek het stroomsnoer in het stopcontact en
schakel de airconditioner opnieuw in.
• Controleer of de isolator is ingeschakeld.
• Controleer of de functie Timer uit is ingeschakeld. Schakel de airconditioner
opnieuw in door op de knop Aan/uit te drukken.
• Controleer of modus Fan of Fast is ingeschakeld. In deze modi beheert de
airconditioner de ingestelde temperatuur automatisch en kunt u deze dan ook
niet wijzigen.
• Controleer of de ingestelde temperatuur hoger is dan de huidige temperatuur
in modus Cool of lager dan de huidige temperatuur in modus Heat. Druk op de
knop Temperatuur op de afstandsbediening om de ingestelde temperatuur te
wijzigen.
• Controleer of het luchtfilter wordt geblokkeerd door vuil. Als het luchtfilter is
geblokkeerd, kunnen de prestaties op het gebied van koelen en verwarmen
afnemen. Verwijder vuil dan ook regelmatig.
• Controleer of de buitenunit is afgedekt en of er obstakels in de buurt staan.
Verwijder eventuele afdekkingen en obstakels.
• Controleer of de airconditioner met functie Defrost draait. Wanneer zich
in de winter ijs vormt of als de buitentemperatuur te laag is, schakelt de
airconditioner automatisch de functie Defrost in. Zolang deze functie is
geactiveerd, stopt de binnenventilator en komt er geen warme lucht uit de
unit.
• Controleer of er deuren of ramen openstaan. Dit kan slechte prestaties
veroorzaken op het gebied van koelen en verwarmen. Sluit deuren en ramen.
• Controleer of de airconditioner wordt ingeschakeld zodra de koelings- of
verwarmingswerking stopt. In dit geval draait de ventilator alleen om de
compressor van de buitenunit te beschermen.
• Controleer of de lengte van de leidingen niet te lang is. Wanneer de maximale
leidinglengte wordt overschreden, kunnen de prestaties op het gebied van
koelen en verwarmen afnemen.
• Controleer of de functie good'sleep is ingeschakeld. Zolang deze functie is
geactiveerd, kunt u de richting van de luchtstroming niet beheren. (U kunt
de richting van de luchtstroming echter wel beheren als deze functie is
geactiveerd in modus Heat.)
• Wanneer modus Auto, Dry of Fast is geactiveerd of de functie good'sleep is
geactiveerd in modus Cool, beheert de airconditioner de ventilatorsnelheid
automatisch. U kunt deze snelheid dan ook niet wijzigen.
Oplossing