Waarde [F‑00] (°C)
8
9
10
11
12
13
14
15
De correctiefactor van het watervolume volgens de curve in de
onderstaande grafiek is 3,5; dit betekent dat het minimumvolume 3,5
keer groter zal zijn.
Curve correctiefactor voor minimum watervolume
a
4.0
3.5
3.0
2.5
2.0
1.5
1.0
0.5
0.0
0
0.5
1
1.5
2
2.5
3
3.5
4
a
Correctiefactor watervolume
b
Temperatuurverschil (K)
Wanneer we 64 l vermenigvuldigen met de correctiefactor, krijgen
we 224 l; dit is het minimum toegestane watervolume in de installatie
bij een temperatuurverschil van 1 K.
Het is nu heel belangrijk om te controleren dat voor het
hoogteverschil van het systeem, het volume in het systeem kleiner is
dan de maximum toegestane waarde bij die voordruk (Pg). Op de
curve zien we dat het maximaal toegestane volume 350 l bedraagt
bij 1 bar voordruk.
Het totale volume in het systeem zal zeker groter zijn na toevoeging
van het interne volume van de unit. In dit geval kan een voordruk
worden ingesteld of moet in de lokale leidingen een bijkomend
expansievat of een buffertank worden geïnstalleerd.
De standaardwaarde van de voordruk (Pg) geldt voor een
hoogteverschil van 7 m.
Als het hoogteverschil van het systeem minder dan 7 m bedraagt EN
het volume in het systeem kleiner is dan de maximum toegestane
waarde voor die voordruk (Pg) (zie grafiek), dan moet de voordruk
(Pg) NIET bijgesteld te worden.
Maximum watervolume
Gebruik de volgende grafiek om het maximum watervolume voor de
berekende voordruk te bepalen.
a
3
2.5
2
1.5
1
0.5
0
0
33
50
100
150
200
250
a
Voordruk (bar)
b
Maximaal watervolume (l)
A
Systeem
SEHVX20~64BAW
Inverter-warmtepompkoelerunit met afzonderlijke watermodule
4P508019-1 – 2017.10
Temperatuurverschil (K)
5
5,5
6
6,5
7
7,5
8
8,5
4.5
5
5.5
6
6.5
7
7.5
8
8.5
b
A
B
300
350
400
450
500
550 600
B
Standaard
Als het totale watervolume in het volledige circuit groter is dan het
maximaal toegestane watervolume (zie grafiek), moet in de lokale
leidingen een bijkomend expansievat worden geïnstalleerd.
4.2.4
De voordruk van het expansievat wijzigen
OPMERKING
Alleen een erkende installateur mag de voordruk in het
expansievat aanpassen.
Indien de standaard ingestelde voordruk in het expansievat (1 bar)
bijgeregeld moet worden, houd dan rekening met de volgende
richtlijnen:
▪ Gebruik alleen droge stikstof om de voordruk in het expansievat
bij te regelen.
▪ Een verkeerde instelling van de voordruk in het expansievat leidt
tot storingen in de installatie.
Om de voordruk in het expansievat te wijzigen, verlaag of verhoog
de druk van het stikstof via de Schrader-klep van het expansievat.
9
a
Schrader-klep
4.2.5
Het watervolume controleren:
voorbeelden
Voorbeeld 1
De binnenunit is 5 m onder het hoogste punt in het watercircuit
geïnstalleerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt
250 l.
Er zijn geen acties of aanpassingen nodig.
Voorbeeld 2
De unit wordt op het hoogste punt in het watercircuit gemonteerd.
Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt 420 l.
Acties:
▪ Omdat het totale watervolume (420 l) groter is dan het standaard
watervolume (340 l), moet de voordruk verlaagd worden.
▪ De vereiste voordruk bedraagt:
Pg=(0,3+(H/10)) bar=(0,3+(0/10)) bar=0,3 bar
▪ Het overeenstemmend maximum watervolume is 490 l (zie
grafiek).
▪ Omdat 420 l kleiner is dan 490 l, is het expansievat geschikt voor
de installatie.
b
4 Voorbereiding
a
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
7