12 Bediening
INFORMATIE
▪ Bij besturing op basis van kamertemperatuur heeft het
verwarmen
van
kamertemperatuur voorrang op de besturing op basis
van temperatuur uittredend water.
▪ Het is mogelijk dat de temperatuur uittredend water tot
boven het instelpunt stijgt als de unit op basis van
kamertemperatuur wordt gestuurd.
1 Druk op
om verwarmen van ruimten ( ) in/uit te schakelen.
Gevolg:
en het overeenkomstige instelpunt actuele
kamertemperatuur verschijnen op het scherm. De bedrijfs-led
begint te branden.
2 Stel de gewenste kamertemperatuur in met
Om overmatig verwarmen te voorkomen, is verwarmen van
ruimten niet mogelijk wanneer de buitentemperatuur boven een
bepaalde temperatuur ligt (zie
pagina
26). Zie
"12.3.6 Weektimer" op pagina 29
weektimerfunctie in te stellen.
INFORMATIE
Temperatuurbereik
voor
(kamertemperatuur)
3 Selecteer de temperatuur uittredend water die u wilt gebruiken
om uw systeem op te warmen met
"Verwarmen van ruimten in-/uitschakelen met besturing op
basis van temperatuur uittredend water" op pagina 28
meer informatie.
Automatische reductiefunctie
Voor de instellingen van de automatische reductiefunctie, zie lokale
instelling
[2]
in
"6.2.9
afstandsbediening" op
pagina 16.
INFORMATIE
▪
knippert wanneer de reductiefunctie actief is.
▪ Wanneer de reductiefunctie van de kamertemperatuur
actief is, wordt ook de reductiefunctie van de
watertemperatuur uitgevoerd (zie
in-/uitschakelen
met
temperatuur uittredend water" op
▪ Let op dat u de reductiewaarde niet te laag instelt,
vooral in koudere perioden (bijv. in de winter). Anders
is het mogelijk dat de kamertemperatuur niet kan
worden bereikt (of dat dit pas na lange tijd gebeurt)
wegens het grote temperatuurverschil.
De reductiefunctie biedt de mogelijkheid om de kamertemperatuur te
verlagen. Ze kan bijvoorbeeld 's nachts worden geactiveerd omdat
de temperatuurvereisten 's nachts en overdag niet dezelfde zijn.
Verwarmen van ruimten in-/uitschakelen met
besturing op basis van temperatuur uittredend
water
In deze stand wordt het verwarmen geactiveerd zoals vereist door
het instelpunt van de watertemperatuur. Het instelpunt kan
handmatig of met de weektimer worden ingesteld.
1 Druk op
om verwarmen van ruimten ( ) in/uit te schakelen.
Gevolg:
en het overeenkomstige instelpunt actuele
kamertemperatuur verschijnen op het scherm. De bedrijfs-led
begint te branden.
2 Stel de gewenste temperatuur uittredend water in met
en
. Om overmatig verwarmen te voorkomen, is
verwarmen
van
ruimten
buitentemperatuur boven een bepaalde temperatuur ligt (zie
"12.1 Werkingsgebied" op
pagina 26).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
28
ruimten
op
basis
van
en
"12.1 Werkingsgebied" op
om de
verwarmen:
16°C~32°C
en
. Zie
voor
Lokale
instellingen
op
"Koelen van ruimten
besturing
op
basis
van
pagina 27).
niet
mogelijk
wanneer
INFORMATIE
Temperatuurbereik
(temperatuur uittredend water)
Zie
"12.3.6 Weektimer" op pagina 29
stellen.
INFORMATIE
▪ Wanneer een externe kamerthermostaat geïnstalleerd
is, wordt de thermo AAN/UIT bepaald door de externe
kamerthermostaat. De afstandsbediening wordt dan
gebruikt
in
temperatuur uittredend water en werkt niet als
kamerthermostaat.
.
▪ De AAN/UIT-status van de afstandsbediening heeft
altijd voorrang op de externe kamerthermostaat!
Werking weersafhankelijk instelpunt
Voor de instellingen van de automatische reductiefunctie, zie lokale
instelling
[2]
in
afstandsbediening" op
pagina 16.
3 Druk 1 keer op
instelpunt te selecteren (of 2 keer wanneer de functie
kamerthermostaat van de afstandsbediening wordt gebruikt).
Gevolg:
verschijnt op het scherm samen met de
verschuivingswaarde. De verschuivingswaarde wordt niet
weergegeven als ze 0 is.
4 Stel de verschuivingswaarde in met
Gevolg:
staat op het scherm zolang de werking op basis van
weersafhankelijk instelpunt geactiveerd is.
de
INFORMATIE
Bereik verschuivingswaarde: –5°C~+5°C
5 Dru op
om de werking op basis van weersafhankelijk
instelpunt te deactiveren.
6 Stel de temperatuur uittredend water in met
.
INFORMATIE
Tijdens deze werking verschijnt de verschuivingswaarde
die door de gebruiker kan worden ingesteld in plaats van
het instelpunt van de watertemperatuur op de controller.
Automatische reductiefunctie
Voor de instellingen van de automatische reductiefunctie, zie lokale
instelling
[2]
in
afstandsbediening" op
pagina 16.
12.3.5
Andere standen
Opstarten
Tijdens het opstarten betekent
warmtepomp nog aan het opstarten is.
Ontdooien (
)
INFORMATIE
Deze functie is ALLEEN beschikbaar voor units met een
warmtepomp.
Bij het verwarmen van ruimten kan de warmtewisselaar buiten
bevriezen als gevolg van een lage buitentemperatuur. Als dit
gebeurt, gaat het systeem in ontdooiing. De cyclus wordt
omgedraaid en er wordt warmte uit het watersysteem genomen om
te beletten dat het buitensysteem zou bevriezen. Na maximum 15
de
minuten ontdooien schakelt het systeem weer over naar het
verwarmen van ruimten. Verwarmen van ruimten is niet mogelijk
tijdens het ontdooien.
Inverter-warmtepompkoelerunit met afzonderlijke watermodule
voor
verwarmen:
25°C~50°C
om de weektimerfunctie in te
de
besturingsstand
op
basis
"6.2.9
Lokale
instellingen
om de werking met weersafhankelijk
en
"6.2.9
Lokale
instellingen
op het scherm dat de
SEHVX20~64BAW
4P508019-1 – 2017.10
van
op
de
.
en
op
de