3.2
Systeemlay-out
a
c
b
d
e
f
RC
RT1
f
g
a
Buitenunit
b
Binnenunit
c
Platenwarmtewisselaar
d
Pomp
e
Expansievat
f
Afsluiter
g
Gemotoriseerde klep
h
Omloopklep
FC1...3
Ventilator-convector (lokaal te voorzien)
RC
Afstandsbediening
RT1...3
Kamerthermostaat
4
Voorbereiding
4.1
Installatieplaats voorbereiden
4.1.1
Vereisten inzake de plaats waar de
binnenunit geïnstalleerd wordt
Houd rekening met de richtlijnen inzake de benodigde ruimte. Zie
het hoofdstuk "Technische gegevens".
VOORZICHTIG
Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op
een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor
commerciële als kleinindustriële toepassingen.
4.2
De waterleidingen voorbereiden
4.2.1
Vereisten voor de watercircuits
OPMERKING
Wanneer kunststofleidingen worden gebruikt, zorg ervoor
dat
deze
zuurstofdiffusiedicht
DIN 4726. De diffusie van zuurstof naar de leidingen kan
overmatige corrosie veroorzaken.
▪ De
leidingen
aansluiten
leidingaansluitingen overeenkomstig de toepasselijke wetgeving
en de aanwijzingen in hoofdstuk "Installatie" en houd hierbij
rekening met de waterinlaat en -uitlaat.
▪ De leidingen aansluiten – Kracht. Oefen GEEN overdreven
kracht uit wanneer u de leidingen aansluit. Vervormde leidingen
kunnen storingen in de unit veroorzaken.
▪ De leidingen aansluiten – Gereedschappen. Gebruik alleen
gereedschap dat voor koper geschikt is, aangezien koper een
zacht materiaal is. ANDERS kunnen buizen beschadigd worden.
SEHVX20~64BAW
Inverter-warmtepompkoelerunit met afzonderlijke watermodule
4P508019-1 – 2017.10
h
FC1
FC2
FC3
M1
M2
M3
RT2
RT3
g
g
zijn
overeenkomstig
–
Wetgeving.
Maak
▪ De leidingen aansluiten – Lucht, vochtigheid, stof. Als lucht,
vocht of stof in het circuit terechtkomt, kunnen storingen ontstaan.
Om dit te voorkomen:
▪ gebruik alleen schone buizen;
▪ houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen;
▪ dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door
een muur steekt, zodat stof noch vuil in de leiding kan
indringen;
▪ gebruik
een
goed
waterdicht te maken.
Capaciteitsklasse
20
32
40
64
▪ Ter plaatse te voorziene onderdelen – Waterdruk en -
temperatuur. Controleer of alle componenten in de lokale
leidingen bestand zijn tegen de waterdruk en watertemperatuur.
▪ Aftappen – Lage punten. Voorzie aftappunten op alle lage
punten van de installatie om het watercircuit volledig te kunnen
aflaten.
▪ Niet-koperen metalen leidingen. Wanneer ook niet-koperen
metalen leidingen gebruikt worden, isoleer dan elke koperen
leiding goed van elke niet-koperen leiding, zodat ze NIET met
elkaar in contact kunnen komen. Dit, om galvanische corrosie te
vermijden.
▪ Afsluiters. Bij de unit worden twee afsluiters geleverd. Zie de
volgende afbeelding voor de installatie ervan.
a
b
a
c
alle
d
b
a
Adapter (op de inlaat alleen bij SEHVX40+64BAW)
b
Afsluiter
c
Bocht
d
Filter
4 Voorbereiding
draadafdichtmiddel
om
verbindingen
Minimum vereist debiet
23 l/min
36 l/min
46 l/min
72 l/min
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
5