Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maximale Lengte Van De Rookgasafvoer; Plaats Van De Uitmonding - Multicalor Udara Series Bedieningshandleiding Voor De Installateur

Inhoudsopgave

Advertenties

4.2.6

Maximale lengte van de rookgasafvoer

Waarschuwing!
De maximaal toegestane lengte van de rookgasaf-
voer mag niet overschreden worden.
Afhankelijk van het toegepaste type rookgasafvoer en
het type toestel varieert de maximale lengte van de
rookgasafvoer en verbrandingsluchttoevoer.
Tabel 2: Maximale lengte rookgasafvoer
Type
Ø
Opmerkingen
Toesteltype
B22P
80 mm
Gladde pijp in PP/RVS
C52
Flexibele leiding MG Flexline in rookkanaal
C12
80/125 mm Concentrische leiding met geveldoorvoer
C32
Concentrische leiding met dakdoorvoer
C12
80 + 80 mm Parallelle leiding met geveldoorvoer
C32
Parallelle leiding met dakdoorvoer
C92
80/125 mm Concentrische leidingen in stooklokaal
Flexibele leiding MG Flexline in rookkanaal
Bocht 90°
Bocht 90°
Bocht 45°
Bocht 45°
Bocht 30°
Bocht 30°
Aanzuigfi lter VLT
Beschermrooster VLT
4.2.7
Toegestane materialen
Opgelet!
Gebruik onder geen enkele voorwaarde rookgasaf-
voer– of verbrandingsluchttoevoerleidingen uit PVC.
Gebruik ook geen aluminium voor de rookgasafvoer.
Als rookgasafvoerpijp mag u, indien lokale normen dit
toestaan, PP kunststof leidingen gebruiken. Anders
gebruikt u gasdichte leidingen uit RVS type 40, 50, 60,
of 70 volgens EN 1856-1.
Als verbrandingsluchttoevoerpijp mag u, indien lokale
normen dit toestaan, PP kunststof leidingen gebruiken.
Anders gebruikt u gasdichte leidingen uit RVS type 40,
50, 60, of 70 volgens EN 1856-1.
Wijzigingen voorbehouden
De maximum lengte is de som van:
de lengte van de rechte leidingen (L, L1 + L2, of
L1+L2+L3 in de illustraties)
de gelijkwaardige lengte van de andere elementen
zoals bochten of aanzuigfi lters die u terugvindt in
de onderstaande tabel.
Maximale of equivalente lengte
10
15
30
30
12.5
12.5
20
20
12.5
12.5
4.2.8

Plaats van de uitmonding

Met betrekking tot windaanval en hinder dient men alle
geldende normen te respecteren. Indien lokale nor-
men ontbreken, past u volgende richtlijnen toe:
Elke terminal dient zich in een vierkant van 0.6 m
te bevinden, zonder hindernissen.
De afstand tussen een dakterminal en een verti-
kale wand moet minstens 0.5 m bedragen.
De afstand tussen een dakterminal en een wand
die er een hoek mee maakt en waarin vensters
zijn moet minimaal 2.5 m bedragen.
De afstand tussen 2 dakterminals of 2 muurtermi-
nals bedraagt minimaal 0.6 m.
De uitmondingen van 2 boven elkaar liggende
eindstukken in een wand bedraagt minimaal 2.5 m
Uitmondingen onder luifel zijn niet toegestaan.
Uitmonding minimaal 1.0 m verwijdert van perceel-
grens.
Muurterminal minimum 1.0 m boven maaiveld,
dakterminal minimum 0.4 m boven dak (sneeuw).
Muurterminal minimum 0.5 m verwijderd van de
hoek van het gebouw.
16
20
30
40
50
30
30
30
20
12.5
12.5
12.5
10
20
20
20
15
12.5
12.5
12.5
10
2.00
1.00
0.75
4.00
1.00
IHL_UDARA_2016_04_30 _BENL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave