De laadapparaatparameters kunnen afzonderlijk worden ingesteld. Gedetailleer-
de informatie daarover vindt u in de paragraaf 'Configuratiemodus'.
Selectie van me-
nu's
Ga als volgt te werk om in de standaardmodus naar de menuselectie te schake-
len:
1
Ga als volgt te werk om vanuit de overige modi naar de menuselectie te schake-
len:
1
Ga als volgt te werk om de gewenste modus starten:
2
3
Statistiekmodus
1
32
Druk de toets 'Menu' lang, ca. 5 seconden, in.
Druk de toets 'Menu' kort in.
Selecteer met de toetsen 'Omhoog / Omlaag' het symbool van de gewenste
modus.
-
Bijv. het accusymbool voor de standaardmodus
Bevestig met de toets 'Pauze / Start' het vinkje.
Wissel met de toetsen 'Up / Down' (Omhoog / Omlaag) tussen pagina 1/2 en
pagina 2/2.
In de standaardmodus toont de display
de laadapparaatparameters:
-
Accutype (bijv. Pb-WET)
-
Laadkarakteristiek (bijv. IUI)
-
Nominale spanning (bijv. 48 V)
-
Capaciteit (bijv. 300 Ah)
-
Dag van de week, datum en tijd
In de statistiekmodus geven verticale
balkjes de status van de bedrijfstoe-
standen van het apparaat weer:
-
'Idle' (Stationair draaien)
-
'Charging' (Laden)
-
'Floatingcharge' (Onderhoudsla-
ding)
-
'Cooldown' (Afkoelen)
-
'Error' (Foutstatus)