vanaf de achterzijde van de riem om de riem te
ontspannen.
6. Verwijder de 2 tapbouten en borgmoeren waarmee
het voorste koppelinghuis is bevestigd aan de zijplaat
(Figuur 35).
7. Draai het lagerhuis 180° zodat de onderkant ervan
naar boven wijst.
8. Verwijder de 2 bouten en borgmoeren waarmee het
lagerhuis rechtsachter is bevestigd aan de zijplaat
(Figuur 35).
9. Draai het lagerhuis 180° zodat de onderkant ervan
naar boven wijst. Verwijder de oude riem.
10. Schuif de nieuwe riem over de kappen van
het koppelinghuis en het lagerhuis die u hebt
rondgedraaid, de delen van de differentieelkap en
op de differentieelpoelies.
11. Let erop dat de spanpoelie is geplaatst tegen de
achterzijde van de riem.
12. Draai het koppelinghuis en het lagerhuis weer
rechtop in hun oorspronkelijke stand en zet ze vast
aan de zijplaat met de bouten en moeren die u eerder
hebt verwijderd.
13. Stel de spanning van de differentieelriem af; zie
Differentieelriem afstellen.
14. Stel de spanning van de riemen van de
tractieaandrijving en de messenkooiaandrijving af;
zie Tractiedrijfriem afstellen, blz.26, en Drijfriem van
messenkooi afstellen.
15. Plaats de kappen van de differentieel, de
tractie-aandrijving en de messenkooi-aandrijving.
Onderhoud
bedieningsysteem
De tractiebediening afstellen
Als de tractiebediening niet werkt of slipt tijdens het
maaien, moet deze worden afgesteld.
1. Schakel de tractiebediening uit.
2. Draai de borgschroef los waarmee de kap van de
V-riem is bevestigd, en draai de kap open (Figuur 33).
3. Om de kabel strakker te zetten, moet u de voorste
contramoer op de kabel losdraaien en de achterste
contramoer aandraaien (Figuur 36) totdat een kracht
van 3,2 tot 4,1 kg nodig is om de rem in werking te
stellen. Meet de kracht bij de bedieningsknop.
Meet de kracht bij de bedieningsknop.
1. Tractiekabel
4. Draai de voorste contramoer op de kabel vast.
5. Sluit de kap en zet de borging vast.
6. Werking van de tractiehendel controleren.
28
Figuur 36
2. Voorste contramoer