5
De grasmand monteren
Benodigde onderdelen voor deze stap:
1
Grasmand
Procedure
Pak de mand vast bij de bovenste lip en schuif deze op
de bevestigingsstangen van de mand (Figuur 8).
1. Grasmand
Opmerking: Uitsluitend bij Model 04060 – Als u
werkt bij een hogere maaistand, kunt u de mand lager
plaatsen door beide bevestigingsstangen te verwijderen
en deze te monteren aan de andere kant van de machine.
Figuur 8
2. Bevestigingsstang van
mand
Algemeen overzicht
van de machine
Bedieningsorganen
1. Tractiehendel
2. Gashendel
Gashendel
De gashendel (Figuur 9) bevindt zich rechts achter op
het instrumentenpaneel. Met behulp van de gashendel
regelt u de gastoevoer naar de carburateur. Het
motortoerental kunt u regelen van 1600 tot 3600 tpm.
Tractiehendel
De tractiehendel (Figuur 9) zit rechts voor op het
instrumentenpaneel. It has two positions: Neutraalstand
en Vooruit Als u de hendel naar voren duwt, schakelt
u de tractie-aandrijving in.
Service-/parkeerrem
De service-/parkeerrem (Figuur 9) bevindt zich links
voor op het instrumentenpaneel. De rem kan worden
gebruikt om de machine langzamer te laten rijden of
tot stilstand te brengen. Als u de hendel naar achteren
over het midden trekt, stelt u de parkeerrem in werking.
U moet de rem vrijzetten alvorens de tractieaandrijving
in te schakelen.
AAN-/UIT-schakelaar
De AAN-/UIT-schakelaar (Figuur 9) bevindt zich op de
bovenkant van de motor. Zet de schakelaar op AAN om
de motor te starten en op UIT om de motor af te zetten.
Dodemansknop (optioneel)
Als de machine is uitgerust met een dodemans-
knop(Figuur 9), bevindt deze zich op de achterzijde
12
Figuur 9
3. AAN-/UIT-schakelaar
4. Service-/parkeerrem