3.3.5. METING IN DE PERMANENTE MODUS
Plant de staafaardelektroden H en S en sluit het apparaat aan zoals hierboven is uitgelegd.
> 2 s
Houd de knop TEST lang ingedrukt om een meting in de permanente modus uit te voeren.
TEST
H
R
Ω
H
3.3.6. VALIDERING VAN DE METING
Verplaats voor het valideren van uw meting de staafaardelektrode S 10% naar de staafaardelektrode H en voer opnieuw een meting
uit. Verplaats vervolgens opnieuw de staafaardelektrode 10% d, maar nu richting de aardverbinding.
H
De 3 meetresultaten moeten gelijk zijn, op enkele % na. In dat geval is de meting geldig. Zo niet, dan betekent dit dat de staafaar-
delektrode S zich in de invloedszone van de aardverbinding bevindt.
Het berekenen van de variatie in % gaat eenvoudig met een C.A 6424.
3.3.7. PLAATSING VAN DE HULPSTAAFAARDELEKTRODEN
Om er zeker van te zijn dat uw aardmetingen vertekend worden door storingen, is het aan te raden de meting te herhalen met de
hulpstaafaardelektroden, die u op een andere afstand plaatst en in een andere richting (bijvoorbeeld 90° verplaatst ten opzichte
van de eerste meetlijn).
S
E
Ω
P
3
U
SE
V
S
52% d
62% d
72% d
d
H
De knop TEST knippert rood en vervolgens wordt de meting
momentaan weergegeven.
De waarden van R
weergegeven.
Druk nogmaals op de knop TEST om de meting te stoppen.
S
d
1
17
en U
worden uitsluitend voor de C.A 6424
H
SE
H
C
S
P
E
X
H
S
E