8.3.2.2 Toetsenbord op aanraakscherm
De invoer vindt plaats via een toetsenbord. Alle velden met witte
achtergrond zijn invoerparameters die kunnen worden gewijzigd.
Velden met grijze achtergrond kunnen niet worden gewijzigd.
Raak een invoerveld aan om het toetsenbord te openen. Afhankelijk
van de vereiste invoer, wordt een alfanumeriek of een numeriek
toetsenbord geopend. De toewijzing van toetsen komt overeen met
standaard computertoetsenborden.
Alfanumeriek toetsenbord
Numeriek toetsenbord
Symbool
Beschrijving
Druk op dit symbool om over te schakelen naar het
numerieke toetsenbord.
Druk op dit symbool om over te schakelen naar het
alfanumerieke toetsenbord.
Druk op deze symbolen om speciale tekens in of uit
te schakelen.
Druk op dit symbool om de cursor aan het begin
van het invoerveld te plaatsen.
8.3.2.3 Kleuren van onderdelen op het aanraakscherm
De status van de verschillende onderdelen wordt in verschillende
kleuren weergegeven op het aanraakscherm.
Kleur
Beschrijving
Grijs
Onderdeel inactief
Wit
Onderdeel uitgeschakeld
Groen
Onderdeel ingeschakeld of actief zonder storing
Geel
Vooralarm/waarschuwing voor onderdeel
Rood
Onderdeel heeft storing
8.3.2.4 Helpfunctie
Het systeem biedt een contextgevoelige helpfunctie op het
aanraakscherm.
Symbool
Beschrijving
Druk op dit symbool om de contextgevoelige help-
functie in het actieve menu in te schakelen.
Het symbool wordt groen om aan te geven dat de
helpfunctie actief is.
Raak het element aan waarvoor u hulp nodig hebt
om de helpinformatie te bekijken.
Druk nogmaals op dit symbool om de helpfunctie uit
te schakelen.
8.3.2.5 Alarmen en meldingen
Het systeem onderscheidt verschillende typen meldingen:
Meldingstype Beschrijving
Er is een kritieke storing opgetreden.
Alarm
Het systeem wordt uitgeschakeld.
Melding over wijzigingen in de systeemstatus.
Systeemmel-
Gebruiker heeft zich afgemeld enz.
ding
Het systeem blijft actief.
Meldingen die worden gegenereerd door de CPU.
Diagnosemel-
ding
Het systeem blijft actief.
Alarmmeldingen
In het geval van een alarm wordt het volgende dialoogvenster
geopend en wordt een melding weergegeven:
Af te handelen alarmmeldingen
Symbool
Beschrijving
Dit symbool knippert in de rechterbovenhoek van
het aanraakscherm om een actief alarm aan te ge-
ven. Het getal in het symbool geeft het aantal actie-
ve alarmen aan.
Verwijder de oorzaken van alle alarmen.
Selecteer een melding en druk op dit symbool om
de melding te bevestigen.
Sluit het dialoogvenster met de toets [X].
Druk op dit symbool in het actieve menu om alle
alarmen te resetten.
Druk op dit symbool om het systeem opnieuw te
starten in de automatische modus.
247