WAARSCHUWING!
Gebruik nooit een elektrische kettingzaag met één hand! Dit kan leiden tot
levensgevaarlijke verwondingen voor de gebruiker, assistenten of omstanders.
Een elektrische kettingzaag is gemaakt voor gebruik met beide handen.
WAARSCHUWING!
Gebruik van andere accessoires dan die in de gebruiksaanwijzing
worden aanbevolen kan leiden tot persoonlijk letsel.
• Draag veilige kleding. Draag geen wijde, loszittende kleding en draag geen sieraden.
Deze kunnen vast gaan zitten in de bewegende onderdelen. Goedgekeurde
veiligheidshandschoenen en schoenen met profiel worden aanbevolen tijdens het
gebruik van de zaag. (Dit geldt ook voor assistenten)
Gebruik: - Goedgekeurde veiligheidsbril of gelaatsscherm
- Goedgekeurde oorbescherming
- Goedgekeurde helm
- Goedgekeurde laarzen met zaagbescherming, een stalen neus en profielzolen
- Strakke kleding die uw bewegingsvrijheid niet belemmert
- Goedgekeurde handschoenen met zaagbescherming
EHBO-materiaal moet altijd voorhanden zijn!
• Zorg ervoor dan anderen op afstand blijven als u zaagt, of wanneer de ketting in
beweging is. Hou toeschouwers, kinderen en dieren uit de buurt van de werkplek.
Laat onervaren personen de kettingzaag of het verlengsnoer niet hanteren.
• De werkplek moet opgeruimd en goed verlicht zijn. De kettingzaag moet niet gebruikt
worden in een natte of vochtige omgeving, in de buurt van water, bij regen of sneeuw.
Vocht kan leiden tot kortsluiting.
• Wees alert, voorzichtig en verstandig. Gebruik de kettingzaag niet als u moe bent, alcohol gedronken
heeft of medicijnen gebruikt die uw gezichtsvermogen, uw beoordelingsvermogen of lichaamsbeheersing
beïnvloeden. Hou alle lichaamsdelen uit de buurt van de ketting als de motor draait. Voor u de zaag start,
moet u ervoor zorgen dat de ketting nergens mee in aanraking is.
• Kijk uit voor elektrische schokken. Vermijd lichamelijk contact met bliksemafleiders (metaal) op de grond.
• Gebruik de stroomkabel niet verkeerd. Draag de zaag nooit met behulp van de stroomkabel en trek nooit
aan de stroomkabel om de zaag uit te doen. Hou de stroomkabel uit de buurt van water, olie en scherpe
kanten. Let er op dat de kabel nooit klem raakt tussen een deur of een hek o.i.d. Hierdoor kunnen
voorwerpen onder stroom komen te staan.
• Controleer de zaag en het verlengsnoer vóór het gebruik. Gebruik de zaag niet als de kabel beschadigd
is. Breng de kabel in dat geval naar uw servicecentrum voor reparatie. Hou de handvaten droog, schoon
en vrij van olie en vet.
• Zorg er voor dat alle gereedschap verwijderd is van de zaag voordat u de stroom aansluit.
• Zorg ervoor dat het verlengsnoer in goede staat verkeert en goedgekeurd is voor gebruik buitenshuis.
Het verlengsnoer moet dik genoeg zijn om de hoeveelheid stroom die de zaag nodig heeft te kunnen
aanvoeren. Zie ook onder «Belangrijk vóór ingebruikneming van de zaag» op blz. 71.
• Als u de zaag draagt, dient de motor afgezet te zijn, uw vinger moet NIET aan de startschakelaar zitten,
en het zwaard moet naar achteren wijzen en niet op uw lichaam gericht zijn.
VEILIGHEIDSREGELS
72