21. Problemen oplossen
Als de camera niet correct functioneert, controleert u de volgende punten. Als het probleem blijft bestaan,
neemt u contact op met het servicecentrum.
Probleem
De camera kan niet worden in-
geschakeld.
De camera maakt geen foto's.
In de modus "Continu opnemen"
worden geen foto's meer ge-
maakt.
De flitser werkt niet.
De foto is onscherp.
Mogelijke oorzaak
• De accu is verkeerd ge-
plaatst.
• De accu is leeg.
• De flitser wordt nog op-
geladen.
• Het geheugen is vol.
• De SD-kaart is niet cor-
rect geformatteerd of is
defect.
• De flitser wordt nog op-
geladen.
• Het geheugen is vol.
• De SD-kaart is niet cor-
rect geformatteerd of is
defect.
• De flitser is niet openge-
klapt.
• De flitser is nog niet volle-
dig opgeladen.
• De automatische modus
is uitgeschakeld.
• De camera is tijdens de
opname bewogen.
• Het onderwerp bevond
zich buiten het instelbe-
reik van de camera.
Oplossing
Controleer of de accu goed
is geplaatst.
Laad de accu volledig op.
Wacht totdat de flitser volle-
dig is opgeladen.
Controleer de geheugen-
kaart.
Wacht totdat de flitser volle-
dig is opgeladen.
Controleer de geheugen-
kaart.
Klap de flitser open.
Wacht totdat de flitser volle-
dig is opgeladen.
Controleer de instellingen
van de flitser.
Gebruik een statief.
Gebruik eventueel de ma-
cromodus voor close-ups.
Zorg voor een betere be-
lichting.
Nederlands - 237