De flitser werkt alleen in de afzonderlijke of zelfontspannermodus. Bij burstopnamen en video-opnamen
kan de flitser niet worden gebruikt.
Door gebruik van de flitser neemt het stroomverbruik toe. Als de accu bijna leeg is, heeft de flitser meer tijd
nodig om te laden.
Tijdens het opladen knippert het led-lampje 4 .
VOORZICHTIG!
Gevaar voor verblinding
Gebruik de flitser niet wanneer u personen en dieren op geringe afstand foto-
grafeert. Het extreme licht kan verblinden en oogletsel veroorzaken.
◼ Houd ten minste 1 meter afstand aan.
13. Focusmodus instellen
Met deze functie kunt u definiëren welk focustype bij het maken van een foto of video wordt gebruikt.
Door de macrotoets
7 meerdere keren in te drukken selecteert u de volgende focusinstellingen. Druk
ter bevestiging van de selectie op de toets OK 7 .
Symbool
Autofocus: Met deze instelling wordt de focus van de camera automatisch ingesteld.
AF
Macro: Deze modus is vooral geschikt voor close-ups. In deze modus kunt u door
fixering van de focus details vastleggen en ook bij een geringe afstand scherpstellen
op het onderwerp. Focusbereik bij benadering: circa 1 cm tot 50 cm.
Supermacro: Deze modus is vooral geschikt voor close-ups. In deze modus kunt u
door fixering van de focus details vastleggen en ook bij een geringe afstand scherp-
stellen op het onderwerp. Focusbereik bij benadering: circa 1 cm tot 30 cm. Als Su-
permacro is ingesteld, kan de zoom niet meer handmatig worden ingesteld.
Oneindig: Bij deze instelling wordt de focus van de camera ingesteld op objecten
die zich op grote afstand bevinden.
202 - Nederlands
Omschrijving