Instelling
Belichting-brac-
ket.
AF-gebied
AF-lamp
210 - Nederlands
Symbool
Gebruik deze functie om foto's met een uiteenlopende belichtingscompensatie
te maken. Bij een belichtingsreeks worden 3 serie-opnamen in de onderstaan-
de volgorde gemaakt. Standaardbelichting en telkens één opname met de ge-
selecteerde belichtingscompensatie in het positieve en negatieve bereik.
(standaardinstelling)
Uit
Instelling diafragma
±0.3
Instelling diafragma
±0.7
Instelling diafragma
±1.0
Hier selecteert u het AF-bereik (autofocus).
Gezichtsvolg.: Gezichten worden automatisch her-
kend.
Breed: Scherpstelling op een breed bereik.
Midden: Scherpstelling op het midden (standaardinstel-
ling)
AF volgen: De focus ligt op het bewegende onderwerp
en wordt automatisch bijgesteld.
U kunt de AF-lamp op
Betekenis
(Auto) instellen of uitschakelen
(Uit).