Inhoudsopgave
Advertenties
• Het optakelen met behulp van een helikopter is niet toegestaan.
• Het is ten strengste verboden zich op te houden in de gevarenzone tijdens het optakelen.
• Hijs de last nooit over personen of woonwijken.
• Gebruik, voor het hijsen van zware delen, een goedgekeurde kraan met voldoende capaciteit.
• Hijshaken, ogen, aanslagmaterialen, etc. mogen nooit gebogen zijn en mogen alleen krachten opnemen,
in lijn met de belastingsrichting overeenkomstig het ontwerp. De hijscapaciteit wordt sterk verminderd,
wanneer de richting van de krachten onder een hoek staat met de belastingsrichting overeenkomstig het
ontwerp.
• Voor maximale veiligheid en efficiency van de hijskraan, dienen alle hijskabels zo verticaal mogelijk te
worden aangebracht. Indien noodzakelijk, kan er een hijsbalk worden aangebracht tussen de kraan en de
last.
• Laat een last nooit in de kraan hangen.
• Breng de kraan zodanig aan, dat de last verticaal kan worden opgetakeld. Wanneer dat niet mogelijk is,
dan dient u ervoor te zorgen, dat de last niet op en neer kan zwaaien. Gebruik dan bijv. twee kranen, die
elk onder een hoek niet groter dan 30° met een verticale lijn aangrijpen.
1.3.4 INSTALLATIE
• Plaats de mortelinstallatie op een vlakke ondergrond en trek de parkeerrem aan voordat de machine van
het sleepvoertuig los word gekoppeld. Maak de veiligheidskabel of -ketting los. Wanneer de
mortelinstallatie niet is uitgerust met een parkeerrem of steunwiel, plaats dan wielblokken voor en/of
achter de wielen. Wanneer de trekstang verticaal geplaatst kan worden, dan dient u de borging goed aan
te brengen en in goede staat te houden.
• Zet de mortelinstallatie niet te dicht bij muren. Zorg ervoor, dat de warme lucht, die afkomstig is van de
motor en de koelsystemen van de aangedreven mortelinstallatie niet wordt gerecirculeerd. Het weer
terugvoeren van warme lucht naar de motor of de aangedreven mortelinstallatie kan leiden tot
oververhitting. Wanneer deze lucht wordt aangezogen voor verbranding, dan zal dit leiden tot een afname
van het motorvermogen.
•
Om het gevaar van omvallen van de machine te voorkomen moet de mortelinstallatie op een vaste,
stabiele en vlakke ondergrond met voldoende dragend vermogen worden geplaatst (dus niet te dicht bij
afgravingen).
Plaats de machine alleen in de buitenlucht op een plaats waarbij er onder alle omstandigheden
voldoende ventilatie aanwezig is.
Raadpleeg Bremat Holland, wanneer de ondergrond niet vlak is, of een afwijkende hellingshoek heeft. De
hellingshoek mag nooit meer dan ±0,5° bedragen.
• Bij slecht begaanbare ondergrond moeten rijplaten gebruikt worden bij het oprijden en opstellen van de
mortelinstallatie.
• Sluit de mortelinstallatie nooit aan op een installatie, die tevens is aangesloten op het publieke net.
• Voordat u de belasting aansluit, schakelt u de betreffende stroomonderbreker uit en controleert u, of
frequentie, voltage, stroomsterkte en arbeidsfactor overeenkomen met de gegevens van de
mortelinstallatie.
• De elektrische aansluitingen van te gebruiken handgereedschap moeten voldoen aan de wettelijke eisen.
De mortelinstallatie moet worden geaard en beschermd tegen kortsluiting door middel van zekeringen of
stroomonderbrekers.
9
F-serie/V21.12/25012023
Advertenties
Inhoudsopgave
