BIJLAGE 2 STORINGSTABEL DIESELMOTOR
Storingen
De motor slaat niet of slecht aan
De motor slaat aan maar loopt onregelmatig of valt uit
De motor wordt te warm. Het signaallampje "temperatuur dieselmotor" licht op
De motor presteert niet goed
De motor werkt niet op alle cilinders
De motor heeft geen of een te lage oliedruk. Het signaallampje "oliedruk dieselmotor" licht op
De motor verbruikt te veel olie
De motor rookt blauw
De motor rookt wit
De motor rookt zwart
Oorzaken
Niet ontkoppeld (indien mogelijk)
Starttemperatuur onder het toegestane minimum
Oliepeil te laag
Oliepeil te hoog
Koelvloeistof niveau te laag
Motor in te schuine stand
Overbelasting motor
Smeerolie is van de verkeerde SAE-klasse en kwaliteit
Brandstofkwaliteit is niet volgens de gebruiksaanwijzing
Verstopt brandstoffilter
Luchtbellen in het brandstofsysteem
Water in brandstof
Geen Brandstof in de tank
Luchtfilter vervuild
Luchtfilter- onderhoudsschakelaar / -indicator defect
CDA (van de compressiedruk afhankelijk vollastaanslag) defect
Vulluchtleiding lek
Verstopt uitlaatsysteem
Oliekoelerlamellen lek
Ventilator defect / V-riem gescheurd of los
Koelluchtverwarming / warmtekortsluiting
Weerstand in het koelsysteem te hoog
Accu defect of niet geladen
Losse accupolen
Kabelverbinding starterstroomcircuit los of geoxideerd
Starter defect of tandkrans spoort niet
Hefmagneet defect (deblokkeringsschakeling)
Klepspeling niet in orde
Inspuitleiding lek
Inspuitleiding defect
84
Maatregelen
Controleren
C
Afstellen
A
Vervangen
V
Reinigen
R
Bijvullen / laden
B
Laten zakken
L
Onderdeel
C
C
B
C
Bediening
B
L
C
Smeerolie en
V
brandstof
V
C
C
C
C
C/V
Verbrandings-
lucht
C/V
C
C
C
C/R
C/V
Koelsysteem
C
C
C/B
Elektrotechniek
C
Elektrotechniek
C
C
A
Motor
C
C/V
F-serie/V21.12/25012023