display knipperen (de opgegeven waarde voor (a)
wordt automatisch overgenomen). De waarde (b) kan
worden ingevoerd met behulp van
opgegeven waarde (b) wordt bevestigd met de
toets.
Indrukken van de
toets start de laser meting. Het
display toont in de resultaatregel de actuele afstand
tussen het uitzetpunt (eerst a en vervolgens b) en
het instrument (meetreferentie achterzijde ).
Als de DISTO™ nu langzaam wordt bewogen langs de
uitzetlijn dan zal de getoonde afstand langzaam
afnemen. Het instrument begint te piepen op een
afstand van 0,1m van het volgende uitzetpunt.
De pijlen in het display
ting de DISTO™ moet worden verplaatst om de
gewenste afstand te bereiken (ofwel a of b). Zodra
het uitzetpunt is bereikt, verandert de piep.
De functie kan op ieder moment worden gestopt
door indrukken van de
Leica DISTO™ D3a BT 776750 nl
en
. De
a
b
geven aan in welke rich-
b
toets.
Indirecte meting
Het instrument kan afstanden berekenen met behulp
van de stelling van Pythagoras.
Deze methode is vooral handig als het lastig is om de
betreffende afstand direct te meten.
Let goed op, dat de juiste meetvolgorde
wordt aangehouden:
•
Alle richtpunten moeten in hetzelfde horizontale
of verticale vlak liggen.
•
De beste resultaten worden bereikt als het instru-
ment wordt geroteerd om een vast punt (bijv.
met de positioneringbeugel volledig uitgeklapt en
tegen een muur gehouden).
•
De minimum/maximum functie kan worden
toegepast - zie de beschrijving in "Meten ->
Minimum/maximum meting". De minimum waarde
moet worden gebruikt voor de metingen lood-
recht op het richtmerk; de maximale afstand voor
alle overige metingen.
Let op, dat de eerste meting en de te bepalen
afstand loodrecht op elkaar staan. Gebruik de
Minimum/maximum functie, zoals beschreven in
"Meten -> Minimum/maximum meting".
15
D
GB
F
I
E
P
NL
CN
Functies