9 Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING!
Herstellingen aan de apparatuur mogen
uitsluitend door gekwalificeerd personeel worden
uitgevoerd. Verkeerde herstellingen kunnen
ernstige gevaren voor de gebruiker met zich
meebrengen. Neem contact op met de
technische ondersteuningsdienst wanneer uw
apparatuur moet worden hersteld.
WAARSCHUWING!
Zorg er voor elk onderhoud voor dat
de apparatuur niet op het stroomnet is
aangesloten en er ook niet toevallig op kan
worden aangesloten. Het is dus belangrijk dat u
de hoofdstroomtoevoer afsluit voordat
u onderhoud- of schoonmaakwerkzaamheden
aan de apparatuur uitvoert.
De beveiligingsinrichting
9.1
resetten
De apparatuur is uitgerust met een veiligheidsthermostaat.
Bij een handmatige reset wordt de beveiliging geactiveerd
bij oververhitting.
Om ze opnieuw in te stellen, moet u:
De hoofdstroomtoevoer naar de apparatuur
afsluiten;
Mogelijk aanwezige luchtleidingen verwijderen
(zie paragraaf 6.2);
Het deksel bovenaan de ketel verwijderen door de
bevestigingsschroeven ervan te verwijderen (Fig. 18);
De geactiveerde veiligheidsthermostaat via de
bovenkant manueel resetten (Fig. 19). Als de
beveiliging werd geactiveerd, zal de centrale pen
van de thermostaat ongeveer 4 mm naar buiten
toe uitsteken;
Het deksel opnieuw monteren.
Fig. 18 – Verwijdering van het deksel bovenaan
Pagina 34
Fig. 19 – Resetten van de veiligheidsthermostaat
WAARSCHUWING!
De veiligheidsthermostaat kan worden
geactiveerd door een storing in het
bedieningspaneel of doordat er geen water in de
tank zit.
WAARSCHUWING!
Herstellingen aan onderdelen met een
beveiligingsfunctie kunnen de veilige werking van
de apparatuur in het gedrang brengen. Vervang
defecte elementen uitsluitend door originele
reserveonderdelen.
N.B.
De activering van de thermostaat
blokkeert de werking van de elektrische
verwarmingselementen maar niet die van
het warmtepompsysteem (binnen de toegestane
werkingslimieten).
Installatie- en gebruikershandleiding
Klik