Inhoudsopgave
Advertenties
6.2.1 Bijzondere
installatieomstandigheden
Een van de specifieke kenmerken van een
verwarmingssysteem met warmtepomp is dat de
temperatuur van de lucht die uit de woning wordt
afgevoerd bij deze units gewoonlijk aanzienlijk lager is.
Niet alleen is deze afgevoerde lucht kouder dan de
omgevingslucht, hij is ook volledig ontvochtigd. Deze
lucht kan dan ook terug in de woning worden ingevoerd
om specifieke omgevingen of kamers te koelen in de
zomermaanden.
Bij de installatie van deze optie wordt de afvoerleiding
gesplitst, waarbij er twee afsluiters worden aangebracht
("A" en "B") zodat de luchtstroom ofwel naar binnen
(Fig. 5a) of naar buiten (Fig. 5b) wordt gevoerd.
Afsluiter "A" dicht
Fig. 5a – Voorbeeld installatie zomer
Afsluiter "A" open
Fig. 5b – Voorbeeld installatie winter
Installatie- en gebruikershandleiding
Afsluiter "B" open
Afsluiter "B" dicht
Montage en aansluiting van
6.3
de apparatuur
De apparatuur moet worden geïnstalleerd op een
stabiel, vlak vloeroppervlak waarop zich geen trillingen
kunnen voordoen.
D
D
Ø
Luchtinlaat
L
E
F
G
H
I
J
K
P
P
Ø
Fig. 6 – Globale afmetingen
A
B
C
mm
mm
mm
650
2000
600
(*1)
(*1)
H
I
J
mm
mm
mm
-
860
275
P
O
mm
mm
337,5
10
(*1) I en J enkel van toepassing op EKHH2E260PAAV3(3)
Luchtuitlaat
M
A
B
C
O
N
D
E
F
G
mm
mm
mm
mm
160
1391
-
1085
K
L
M
N
mm
mm
mm
mm
70
150
380
195
Pagina 17
Advertenties
Inhoudsopgave
