Fig. 4 – Voorbeeld van een aansluiting met twee
leidingen
Zorg er bij de installatie van elke luchtleiding voor dat:
Het gewicht ervan geen negatieve invloed heeft op
de apparatuur zelf;
Er onderhoudswerkzaamheden aan kunnen
worden uitgevoerd;
Ze op passende wijze worden beschermd zodat
er niet toevallig materiaal in de apparatuur zelf
terecht kan komen;
Ze de maximaal toegestane lengte van 6 meter
(met 2 bochtstukken van 90°) niet overschrijdt.
Het maximaal toegestane totale drukverlies voor
alle componenten, inclusief doorgaande gaten
voor aansluiting op een buitenmuur, in het
leidingsysteem niet hoger ligt dan 120 Pa.
Tijdens de werking zal de warmtepomp de
omgevingstemperatuur gewoonlijk verlagen als
de leiding voor de buitenlucht niet is uitgevoerd.
Samen met de afvoerleiding die lucht naar buiten
voert moet een gepast beschermrooster worden
geïnstalleerd om te voorkomen dat er vreemde
materialen in de apparatuur terechtkomen. Om
een optimale werking van de apparatuur te
garanderen, moet het gekozen rooster een zo
laag mogelijk drukverlies genereren.
Voorkom de vorming van condensaat: isoleer de
luchtuitlaatleidingen en aansluitingen van de
afdekking van de luchtleiding met een
stoomwerende thermische bekleding van
gepaste dikte.
Pagina 16
Om lawaai van de doorstroming te voorkomen,
kunnen indien nodig geluiddempers worden
geïnstalleerd.
Voorzie de leidingen, de doorgaande openingen
in de wand en de aansluitingen op de
warmtepomp met systemen die mogelijke
trillingen dempen.
WAARSCHUWING!
Het gelijktijdige gebruik van een vuurhaard
met open rookgassysteem (zoals een open
haard) en de warmtepomp creëert een
gevaarlijk verlies van de omgevingsdruk.
Dit zou ertoe kunnen leiden dat uitlaatgassen
terug naar de omgeving zelf stromen.
Gebruik de warmtepomp dus nooit samen met
een vuurhaard met open rookgassysteem.
Gebruik enkel (goedgekeurde) gesloten
vuurhaarden met afzonderlijke leiding voor
de verbrandingslucht.
Houd de deuren naar de ketelruimte gesloten
en hermetisch afgedicht als ze geen toevoer
van verbrandingslucht gemeenschappelijk
hebben met onbewoonde ruimtes.
Installatie- en gebruikershandleiding