Om toegang te krijgen tot de kabel met 4 kernen voor
verbinding met een systeem op afstand moet het
bovenste deksel van de ketel worden verwijderd (zie
paragraaf 9.1 Fig. 18) en moet de kabel naar buiten
worden gevoerd door de daartoe voorziene opening
die al aanwezig is in de achterwand, zoals getoond
in Fig. 14.
Fig. 14 – Kabels voor verbinding met een systeem op
afstand
Bedradingsschema
6.7
Fig. 15 – Bedradingsschema
Pagina 22
7 Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling moet gebeuren door de volgende
procedures uit te voeren:
poort 1
(op vraag)
toevoer
WAARSCHUWING!
Controleer of de apparatuur is verbonden met de
aardingskabel.
WAARSCHUWING!
Controleer of de lijnspanning overeenstemt
met de spanning die staat vermeld op het
identificatieplaatje van de apparatuur.
Vul de ketel via de waterinlaatkraan en controleer
de pakkingen en aansluitingen op mogelijke
lekken. Zet de bouten of aansluitingen indien
nodig beter vast;
Let erop dat de maximaal toegestane druk vermeld
in het hoofdstuk "algemene technische gegevens"
niet wordt overschreden;
Controleer of de beveiligingsinrichting van het
watercircuit goed werkt;
Stop de steker in de wandcontactdoos;
Wanneer de steker in zit, staat de ketel in stand-
by. Het display blijft uitgeschakeld en de aan-toets
gaat branden;
Druk op de aan-toets (zie paragraaf 8.1.3).
De apparatuur wordt opgestart in "ECO"-modus
(standaardinstelling) 5 minuten nadat de toets
werd ingedrukt.
Installatie- en gebruikershandleiding