Belichting-/scherpstelvergrendeling
Belichting-/scherpstelvergrendeling
Voor fotocomposities waarbij het onderwerp zich niet in het midden van het beeld bevindt:
1
Stel scherp: Positioneer het onderwerp in het midden van het scherpstelframe en
druk de ontspanknop half in om de scherpstelling en de belichting te vergrende-
len. De scherpstelling en de belichting worden vergrendeld zolang de ontspan-
knop half ingedrukt blijft (AF/AE-vergrendeling).
R De scherpstelling en belichting kunnen ook worden vergrendeld met de AF-L en AE-L -knoppen, respectievelijk
(als AE/AF-VERGRENDEL. is geselecteerd voor d KNOP AF-VERGR. in het opnamemenu, het indrukken van
de AF-L-knop vergrendelt zowel scherpstelling als belichting; P 95).
2
Opnieuw samenstellen: Houd de ontspanknop half ingedrukt of houd de AF-L- of AE-L-
knop ingedrukt.
R Scherpstelling en/of belichting blijven vergrendeld zolang de AF-L- of AE-L-knop wordt
ingedrukt, ongeacht of de ontspanknop half wordt ingedrukt. Als de AE/AF-VERG AAN/
UIT is geselecteerd voor v MODUS AE/AF-VERG. (P 95), vergrendelen scherpstelling-
en/of belichting wanneer de knop wordt ingedrukt en blijven vergrendeld totdat de knop
nogmaals wordt ingedrukt.
3
Maak de foto: Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken.
R De functies van de toetsen AE-L en AF-L kunnen worden omgekeerd met behulp van de h KNOP/SCHIJFINSTEL-
LING > AE-L/AF-L-KNOP INSTELLING-optie in het instellingsmenu.
56
P
P
P