l ADAPT. INSTEL.
l
ADAPT. INSTEL.
Pas instellingen aan voor M-lenzenvatting aangesloten met een optionele FUJIFILM M MOUNT ADAPTER (P 85).
m
m OPNAME ZONDER LENS
OPNAME ZONDER LENS
Kies of de ontspanknop wel of niet wordt ingeschakeld wanneer er geen lens is bevestigd.
c
c HF ASSISTENTIE
HF ASSISTENTIE
Kies hoe scherpstelling wordt weergegeven in de handmatige scherpstelstand (P 70).
• STANDAARD: Scherpstelling wordt op normale wijze weergegeven (scherpstelpiek en digitaal gesplitst beeld zijn niet beschikbaar).
• DIGITAAL SPLITSEN BEELD: Een weergegeven gesplitst zwart-witbeeld.
• FOCUS PIEK HIGHLIGHT: De camera versterkt contrastrijke contouren. Kies een kleur en een piekniveau.
v MODUS AE/AF-VERG.
v
MODUS AE/AF-VERG.
Als AE/AF-VERG B INDR is geselecteerd zal de belichting en/of de scherpstelling vergrendelen terwijl de AE-L- of AF-L-knop wordt in-
gedrukt. Als AE/AF-VERG AAN/UIT is geselecteerd, zal de belichting en/of scherpstelling vergrendelen wanneer de AE-L- of AF-L-knop
wordt ingedrukt en zal vergrendeld blijven totdat de knop nogmaals wordt ingedrukt.
d MODUS AF-VERGR.
d
MODUS AF-VERGR.
Kies de functie die de AF-L-knop vervult (P 56).
C
C LICHTMEETSYSTEEM
LICHTMEETSYSTEEM
Kies hoe de camera de belichting meet wanneer Intelligente gezichtsdetectie uit staat (P 58).
v INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD
v
INT. SPOT AE&SCHRPSTLGBD
Selecteer AAN om het huidige scherpstelkade te meten wanneer ENKEL PUNT is geselecteerd voor AUTOFOCUS INSTELLING >
SCHERPSTELLING en SPOT is geselecteerd voor LICHTMEETSYSTEEM.
De menu's gebruiken: Opnamestand
95