a
b
2
Verwarming (HEATER)
Symbool Bedrijfs-
modus
–
OFF
a
VENT
1
b
ECO
c
HIGH
2
d
BOOST
3
Zodra de verwarming wordt ingeschakeld (binnentempe-
ratuur, warmwaterstand ingesteld), wordt in de statusre-
gel (2) de in de eerdere verwarmingsperiode gekozen ventila-
torstand weergegeven. Voorinstelling is „ECO".
c
d
e
f
3
Beschrijving
De ventilator is uitgeschakeld.
(Kan alleen worden gekozen als
er geen apparaat in gebruik is).
Luchtcirculatie als er geen appa-
raat in gebruik is en de warm-
waterbereiding is uitgeschakeld.
Het toerental kan op 10 standen
worden ingesteld.
Lage ventilatorstand
Hoge ventilatorstand
Snel opwarmen van de binnen-
ruimte
Beschikbaar als het verschil tus-
sen de gekozen en de werkelij-
ke binnentemperatuur >10 °C
bedraagt.
Airconditioningsysteem (AC)
Symbool Bedrijfs-
modus
–
OFF
a
–
b
LOW
c
MID
d
HIGH
e
NIGHT
f
AUTO
Automatische klimaatregeling (AUTO)
Bij automatische klimaatregeling is er geen mogelijkheid de
ventilatorstand te selecteren.
– De ventilatorstand van het airconditioningsysteem wordt
automatisch bepaald.
– Voor verwarmingstoestellen is alleen „ECO" beschikbaar.
Kan leiden tot een grotere slijtage van de motor, afhankelijk van
1
de frequentie van het gebruik.
De ventilatorstand „HIGH" gaat gepaard met een hoger stroom-
2
verbruik, een hoger geluidsniveau en een grotere slijtage van de
motor.
Niet beschikbaar bij de Combi Diesel.
3
Beschrijving
De ventilator is uitgeschakeld
(Kan alleen worden gekozen als
er geen apparaat in gebruik is).
–
Lage ventilatorstand
Middelhoge ventilatorstand
Hoogste ventilatorstand
Extra geruisloos lopende
ventilator
Automatische selectie van
de ventilatorstand. Kan in de
AUTO-modus niet worden
veranderd.
NL
9