Checklist fouten verwarming Combi Diesel (H)
Foutcode
Oorzaak
E 111 H
Binnentemperatuurvoeler of -kabel defect
E 122 H
Brandstofgebrek door geringe tankvulling, leeggereden
tank en/of schuin staan van het voertuig
E 131 H
Geen verbinding tussen de verwarming en het
bedieningspaneel
E 132 H
Het verwarmingselement voor de FrostControl maakt
kortsluiting
E 150 H
Warmeluchttemperatuur overschreden:
Niet alle warmeluchtbuizen zijn aangesloten
Warmeluchtuitlaten versperd
Omgevingsluchtaanzuiging versperd
E 151 H
Watertemperatuur in winterstand overschreden:
Waterreservoir overtemperatuur
Warmeluchtuitlaten versperd
Omgevingsluchtaanzuiging versperd
E 152 H
Watertemperatuur in zomerstand overschreden:
Waterreservoir overtemperatuur
Warmeluchtuitlaten versperd
Omgevingsluchtaanzuiging versperd
E 160 H
Onderspanning < 10,2 V
E 161 H
Overspanning > 16,4 V
E 162 H
Raam boven de rookgasafvoer open (raamschakelaar)
20
NL
Verhelpen
Kabel binnentemperatuurvoeler controleren, bij defect vervangen
Weerstand van de binnentemperatuurvoeler controleren
15 °C – 16,2 kOhm / 20 °C – 12,6 kOhm / 25 °C – 10,0 kOhm
Bij defect de binnentemperatuurvoeler vervangen
Vul de tank met brandstof. Vul daarna de brandstofleiding zoals
beschreven onder 'Eerste ingebruikname' (zie gebruiksaanwijzing
Combi Diesel)
Maak de verbinding tussen de verwarming en het bedieningspaneel
De stekker van het verwarmingselement uit de elektronische
regeleenheid trekken. Verwarmingselement vervangen
Controle of er 4 warmeluchtbuizen zijn aangesloten
Controle van de verschillende uitlaatopeningen
Belemmering van de omgevingsluchtaanzuiging verwijderen
Apparaat uitschakelen en laten afkoelen Boiler met water vullen
Controle van de verschillende uitlaatopeningen
Belemmering van de omgevingsluchtaanzuiging verwijderen
Apparaat uitschakelen en laten afkoelen Boiler met water vullen
Controle van de verschillende uitlaatopeningen
Belemmering van de omgevingsluchtaanzuiging verwijderen
Accuspanning controleren, de accu zo nodig opladen
Voorlopige snelle maatregel. Sterke verbruikers uitschakelen of de
automotor starten tot de kachel loopt (circa 4 minuten)
Accucapaciteit onvoldoende, evt. (te) oude accu vervangen
Accuspanning / spanningsbronnen zoals de oplader controleren
Raam sluiten