Stappen
1. Verwijder de schroef (M1.6x2.3) waarmee de beugel van de draadloze module op de systeemkaart wordt bevestigd.
2. Til de beugel van de draadloze module van de systeemkaart.
3. Verwijder de schroef (M1.6x2.8) waarmee de kabel van de I/O-dochterkaart aan de systeemkaart wordt bevestigd.
4. Verwijder de interposerkaart van de systeemkaart van de systeemkaart.
WAARSCHUWING:
de randen of zijkanten.
5. Koppel de kabels voor de draadloze module los van de draadloze module.
6. Til de vergrendeling van de kabelconnector omhoog en gebruik het treklipje van de kabel om deze los te koppelen van de
systeemkaart.
7. Til de vergrendeling van de connector van het touchpaneel omhoog en gebruik het treklipje van de kabel om de capacitieve
touchpaneelkabel los te koppelen.
8. Wrik de kabelconnector van de voeding van de I/O-dochterkaart los van de rand die wit is gemarkeerd.
9. Schuif de kabelconnector van de voeding van de I/O-dochterkaart naar buiten om de voedingskabel van de I/O-dochterkaart los te
koppelen van de systeemkaart.
10. Verwijder de vijf schroeven (M1.6x1.5) waarmee de systeemkaart op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
11. Houd de systeemkaart vast bij de korte randen en til de kaart voorzichtig weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
De systeemkaart plaatsen
Vereisten
Als u een onderdeel vervangt, dient u het bestaande onderdeel te verwijderen alvorens het installatieproces uit te voeren.
Over deze taak
De volgende afbeelding geeft de connectors en component(en) op uw systeemkaart aan.
De pinnen op de interposerkaart zijn kwetsbaar. Houd de interposer-kaart vast en til deze op aan
Onderdelen verwijderen en plaatsen
33