De sterkte van de flitser
aanpassen
Wanneer u opnamen maakt in de modus M,
kunt u de flitsintensiteit in drie stappen
regelen.
1
Selecteer
(Flits
output) in het menu
FUNC.
Zie Menu's en instellingen
selecteren (pagina 66).
2
Selecteer de
gewenste sterkte met de knop
of
.
U kunt hierna meteen een opname maken door
op de ontspanknop te drukken. Na de opname
verschijnt het menu opnieuw, zodat u de
instelling eenvoudig kunt aanpassen.
3
Druk op de knop FUNC.
Programma-
keuzewiel
Opnamen maken – geavanceerde functies
Bij een geringe flitsintensiteit valt er minder
schaduw in het beeld. Wanneer u echter een
opname maakt van een groot gebied, zal het
beeld snel donker worden door onvoldoende
belichting. Houd bij het instellen van de
flitsintensiteit rekening met alle
opnameomstandigheden, inclusief de afstand
tot het onderwerp.
89