Opnamen maken – geavanceerde functies
Het is raadzaam om de witbalans in te stellen
wanneer u onder de volgende omstandig-
heden opnamen maakt.
- Het programmakeuzewiel staat in de
stand P en de belichtingscompensatie is
ingesteld op ±0.
U kunt de witbalans mogelijk niet goed
instellen als de belichting onjuist is (het
beeld is volledig zwart of wit).
- De zoom staat op de maximale
telelensinstelling.
Stel de digitale zoom in op [Uit].
- De flitsermodus is ingesteld op
aan) of
(Flits uit).
Gebruik bij het instellen van de witbalans de
flitserinstelling waarmee u opnamen wilt
gaan maken. U kunt de witbalans mogelijk
niet goed instellen als de omstandigheden
tijdens het instellen en opnemen niet
identiek zijn.
Als de flitser is ingesteld op
ogenreductie, automatisch) of
matisch), wordt mogelijk de flitser gebruikt
wanneer de witbalansgegevens worden
opgenomen in de aangepaste witbalans. Als
dit gebeurt, moet u de flitser ook gebruiken
wanneer u de opname maakt.
- Wanneer u de opname maakt, wordt
dezelfde ISO waarde gebruikt.
86
(Flits
(Rode-
(Auto-
In de modus
kunnen er geen witbalans-
gegevens worden bepaald. Gebruik een
andere opnamemodus om de witbalans-
gegevens vooraf te bepalen.
De aangepaste witbalans wordt niet gewist,
zelfs niet als de standaardwaarden worden
hersteld (pagina 75).