Opnamen maken – geavanceerde functies
Schakelen tussen methoden
voor lichtmeting
Geschikt voor
standaardopnameomstandigheden,
waaronder objecten die van
achteren worden belicht. De
camera verdeelt het beeld voor
lichtmeting in een aantal gebieden.
De camera beoordeelt de
Deelmeting
belichtingsomstandigheden, zoals
de positie van het object,
helderheid, achtergrond, direct licht
en de belichting van achteren, en
past de belichting van het
hoofdobject vervolgens
automatisch aan.
Hierbij wordt het gemiddelde
Gem.
genomen van het licht dat binnen
centrum
het gehele frame wordt gemeten,
meeting
maar de nadruk ligt op het licht in
het midden van het frame.
Het gebied binnen het
spotmetingframe in het midden van
het LCD-scherm wordt gemeten.
Spot
Gebruik deze instelling wanneer u
de belichting wilt instellen op het
onderwerp midden op het scherm.
82
Programma-
keuzewiel
1
Selecteer
*
(Deelmeting) in het
menu FUNC.
Zie Menu's en instellingen
selecteren (pagina 66).
* De huidige instelling wordt
weergegeven.
2
Selecteer een
methode voor
lichtmeting met de
knop
of
.
3
Druk op de knop FUNC.