Wanneer u opnamen maakt in een andere
modus dan M, wordt de flitser geactiveerd met
automatische instellingen.
De flitser wordt twee keer na elkaar
geactiveerd. Er wordt eerst een proefflits
geactiveerd, gevolgd door de hoofdflits. Met
de proefflits worden de belichtinggegevens
van het onderwerp bepaald, zodat de echte
flits optimaal kan worden ingesteld voor de
opname.
In de modus M kan de optie [Flits output]
worden gewijzigd en wordt de flitser
geactiveerd met handmatige instellingen
(pagina 89).
De kortste sluitertijd voor flitsersynchronisatie
is 1/500 seconde. Als er een kortere tijd is
geselecteerd, wordt de sluitertijd automatisch
ingesteld op 1/500 seconde.
U kunt geen opnamen maken terwijl de flitser
wordt opgeladen.
Het kan soms 15 seconden duren voordat de
flitser is geladen. Wanneer het LCD-scherm is
ingeschakeld, wordt dit uitgeschakeld als het
indicatielampje tijdens het laden oranje
knippert. Het LCD-scherm wordt weer
ingeschakeld wanneer het indicatielampje
oranje blijft branden nadat het laden voltooid
is. De laadtijd is afhankelijk van het gebruik en
de resterende energie in de batterij.
Opnamen maken – basisprocedures
De flitserinstelling blijft bewaard in het
geheugen wanneer de camera wordt
uitgeschakeld in de opnamemodi P, Tv,
Av en M.
De functie voor rode-ogenreductie
instellen
De lamp voor rode-ogenreductie wordt geactiveerd
wanneer de flitser wordt gebruikt in een donkere
omgeving. Hierdoor wordt er geen licht terug-
gekaatst door de ogen en worden deze niet rood
weergegeven.
1
Stel in het menu
[
(Opname)] de
optie
(Rode
ogen) in op [Aan].
Op het LCD-scherm ziet u het pictogram
.
43