Inhoudsopgave
Advertenties
Wassertank
Wassertank
06.06.16
12:25
27,4°C
06.06.16
12:25
27,4°C
automatic
tank
control
automatic
tank
control
Alarm
Batterie-
Batterie-
management
management
06.06.16
12:25
27,4°C
06.06.16
12:25
Charger
Charger
Submenu
Weergave
Instelling van het
acculaadniveau
06.06.16
12:25
27,4°C
type accu
06.06.16
12:25
67
Drinkwatertank
In dit menu kan het niveau van de drinkwatertank worden afgele-
zen. M.b.v. de linker softkey (AAN/UIT-symbool) kan het alarm wor-
den geactiveerd (groen). Bij een geactiveerd alarm klinkt er een ge-
luidssignaal terwijl de tank wordt gevuld. De alarmsignalen klinken
26,4°C
met steeds kortere tussenpozen naarmate de tank voller wordt. Het
niveau van de drinkwatertank wordt op het bedieningspaneel om
26,4°C
de paar seconden automatisch geactualiseerd.
Het menu wordt via de "Terug"-functie verlaten of schakelt na een
uur automatisch over op het beginscherm.
Accumanagement*
In het accumenu verschijnt de actuele status van de accu (selfsup-
porting-pakket). Het oplaadniveau verschijnt in het accusymbool, in
het voorbeeld wordt de geladen accu weergegeven.
26,4°C
U = actuele laadspanning
27,4°C
26,4°C
I
= actuele laadstroom/ontlaadstroom
= resterende laad-/ looptijd van de accu in uren
U : 12,3 V
I : 5,3 A
T = temperatuur van de accu
U : 12,3 V
: 6,5 h
R = kalibratiecontrole van de accusensor
I : 5,3 A
T : 0,0 °C
: 6,5 h
R :
0
T : 0,0 °C
R :
0
26,4°C
060 Ah
GEL
27,4°C
26,4°C
De waarde "R" vormt de kalibratiecontrole. Als er een "1" verschijnt,
060 Ah
GEL
is de sensor gekalibreerd (ingestelde toestand). Als de waarde "0"
verschijnt, kunnen de meetwaarden enigszins afwijken en moet de
sensor opnieuw worden gekalibreerd.
De kalibratie gebeurt normaliter automatisch, maar de laad- resp.
ontlaadstroom mag daarbij niet groter dan 150 mA zijn.
Sensor handmatig kalibreren
Het systeem kan handmatig worden gekalibreerd.
- bij 230V-netvoeding
- als er geen 12V-apparaat is ingeschakeld.
Hiervoor moet de 30A-hoofdzekering op de accubak worden uit-
geschakeld via de desbetreffende drukknop (zie "7.4 Werking m.b.v.
hulpaccu"). Nu kan de sensor worden gekalibreerd; dit duurt ca. 3
uur. Als nu de zekering weer wordt ingeschakeld, moet op de dis-
play de waarde 1 verschijnen.
7. Elektrische installaties
De temperatuur van de accu mag 50°C niet te boven
gaan! Vanaf deze waarde klinkt een waarschuwings-
melding en de accu wordt op het beginscherm rood
weergegeven. De accu kan bij oververhitting niet wor-
den geladen. Treedt de waarschuwing bij herhaling op,
dan moet u hiernaar laten kijken door een deskundige.
Advertenties
Inhoudsopgave
