6.6.13 Alarm hoge perstemperatuur
Dit alarm geeft aan dat de temperatuur bij de afvoer van de compressor een maximale grens overschreden
heeft die schade aan de mechanische onderdelen van de compressor zou kunnen veroorzaken.
Wanneer dit alarm optreedt kunnen de carter en de afvoerleidingen zeer heet worden. Wees in
deze situatie voorzichtig bij het aanraken van de compressor en de afvoerleidingen.
Probleem
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffDischTmpHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffDischTmpHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffDischTmpHi
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
6.6.14 Alarm hoge motorstroom
Dit alarm geeft aan dat de door de compressor geabsorbeerde stroom een vooraf bepaalde limiet
overschrijdt.
Probleem
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
meer op en ontlast ook niet, het circuit
wordt gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
Kolom in het alarmlogboek:
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
Kolom in het alarm-snapshot
CxCmp1 OffMtrAmpsHi
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
6.6.15 Alarm hoge motortemperatuur
Dit alarm geeft aan dat de motortemperatuur de maximale temperatuurlimiet voor veilige werking
overschreden heeft.
Probleem
De status van het circuit is Uit.
De compressor neemt geen belasting
EWAD TZ - EWAD TZ B
EWWD VZ – EWWH VZ
Lucht- en watergekoelde inverter-
koelmachines en warmtepomp
Lucht- en watergekoelde inverter-koelmachines en warmtepomp
Oorzaak
Het magneetventiel voor vloeistofinjectie
werkt niet goed.
op
het
De opening voor de vloeistofinjectie is
klein.
De
afvoertemperatuursensor
misschien niet goed.
Oorzaak
De De omgevingstemperatuur is te hoog
(A/C
condensatiewatertemperatuur
dan ingestelde grens op unit (W/C units).
op
het
Er is een verkeerd model compressor
geselecteerd.
Oorzaak
Onvoldoende koeling van motor.
Oplossing
Controleer
tussen de controller en het magneetventiel
van de vloeistofinjectie.
Controleer of magneetventiel juist werkt.
Controleer of de digitale uitgang juist
werkt.
Controleer of wanneer het magneetventiel
van de vloeistofinjectie geactiveerd is de
temperatuur binnen de grenzen geregeld
kan worden.
Controleer of de vloeistofinjectieleiding niet
belemmerd
afvoertemperatuur te observeren wanneer
de leiding geactiveerd wordt.
werkt
Controleer of de afvoertemperatuur correct
is.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer de selectie van de unit om te
units)
of
kijken of de unit bij vollast kan werken.
is
hoger
Controleer
werken
condensatiedruk op het juiste niveau te
houden (A/C units).
Reinig de spoelen van de condensor om
een lagere condensatiedruk mogelijk te
maken (A/C units).
Controleer of condensatiepomp juist werkt
en voldoende waterstroming levert (W/C
units).
Reinig de waterwarmtewisselaar van de
condensor (W/C units).
Controleer het compressormodel voor
deze unit.
Opmerkingen
Oplossing
Controleer de koudemiddelvulling.
de
elektrische
aansluiting
wordt
door
of
alle
ventilatoren
goed
en
in
staat
zijn
om
D-EOMZC00106-17NL
Gebruikershandleiding
79/89
de
de