Als de afvoertemperatuur stijgt boven de grens van de Discharge Temperature Hold (95°C), wordt de
compressor er van weerhouden om de operationele capaciteit te verhogen. Deze toestand wordt op het
controllerscherm weergegeven in de circuitstatus als "Run: High Discharge
Als de afvoertemperatuur stijgt boven de Discharge Temperature Unload-limiet (100°C),
compressor ontlast om de normale bedrijfsomstandigheden te herstellen.
controllerscherm weergegeven in de circuitstatus als "Run: High Discharge
automatisch gewist wanneer de afvoertemperatuur onder de vastgestelde limiet daalt.
5.3 Condensatieregeling (Alleen A/C units)
De condensatiedruk wordt geregeld om binnen de beperkende grenzen van de compressor een optimale
efficiëntie van de koelmachine te bereiken. De condensordrukregeling wordt uitgevoerd door middel van de
standen van de ventilatoren en/of de ventilatorsnelheid, wanneer de unit uitgerust is met de optie voor
snelheidsregeling van de ventilatoren. Zie hoofdstuk 4.3.3 voor meer informatie.
In het bijzonder wanneer de koelmachine werkt bij een lage omgevingstemperatuur, wordt een minimale
verzadigingstemperatuur
verdampingstemperatuur. Hierdoor kan de compressor binnen zijn beperkingen werken. Deze instelwaarde
wordt verder verhoogd (zie onderstaande figuur) met een hoeveelheid die afhankelijk is van de
buitentemperatuur en de compressorbelasting voor het bereiken van de beste efficiëntiepunt, dat wil zeggen
een minimaal energieverbruik van de compressor en ventilatoren.
Cond. ver.
5.3.1
Ventilatorinstellingen (Alleen A/C units)
De unit kan uitgerust zijn met aan/uit ventilatoren, inverterventilatoren of borstelloze ventilatoren. Op basis
van het ventilatortype, zijn verschillende instellingen nodig voor de controller van de koelmachine en/of de
inverters.
5.3.1.1 Ventilator VFD Instellingen
Apparaten kunnen optioneel of standaard uitgerust zijn met een ventilator VFD-regeling. Elk circuit is
georganiseerd in twee stappen, gerangschikt volgens de volgende tabel: De twee standen worden
geactiveerd volgens dezelfde logica als die in het vorige hoofdstuk beschreven is.
Er zijn twee typen inverters voor ventilatorregeling, op basis van het aantal ventilatoren die ze regelen. De
meeste parameters zijn geldig voor alle inverters en ventilatoren, een aantal andere parameters (9900-serie)
zijn specifiek voor de inverter en het gebruikte type ventilator. Zie voor meer informatie de handleiding voor
de inverters die opgenomen is in de documentatie voor deze unit
Inverter parameterlijst – regeling 1 ventilator
EWAD TZ - EWAD TZ B
EWWD VZ – EWWH VZ
Lucht- en watergekoelde inverter-
koelmachines en warmtepomp
Lucht- en watergekoelde inverter-koelmachines en warmtepomp
voor
de
condensor
temp.
vastgesteld
Cond.druk @ 50% belasting
Cond.druk @ 30%
belasting
Min cond.druk
Verd. ver. temp.
*
* * * * * * * *
Temp".
Deze toestand wordt op het
Temp". De status wordt
op
basis
van
de
D-EOMZC00106-17NL
Gebruikershandleiding
51/89
wordt de
verzadigde