Alle circuits zijn gestopt met een normale
uitschakelprocedure.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffAmbTempSen
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffAmbTempSen
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffAmbTempSen
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
6.3 Alarmen bij snelle stop van unit
6.3.1
Alarm waterbevriezing van condensor (alleen W/C units)
Dit alarm wordt gegenereerd om aan te geven dat de temperatuur van het (ingaande of uitgaande) water
onder een veiligheidsgrens gedaald is. De regeling probeert de warmtewisselaar te beschermen door de
pomp te starten en het water te laten circuleren.
Probleem
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffCondWaterTmpLo
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffCondWaterTmpLo
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffCondWaterTmpLo
Reset
Lokale HMI
Netwerk
Auto
6.3.2
Alarm waterstromingsverlies van condensor (alleen W/C units)
Dit alarm wordt gegenereerd om in geval van stromingsverlies op de koelmachine de machine tegen
mechanische hoge druckactiveringen te beschermen.
Probleem
Status unit is Uit.
Alle circuits worden onmiddellijk gestopt.
Het
belpictogram
beweegt
beeldscherm van de controller.
Kolom in de alarmlijst:
UnitOffCondWaterFlow
Kolom in het alarmlogboek:
UnitOffCondWaterFlow
Kolom in het alarm-snapshot
UnitOffCondWaterFlow
EWAD TZ - EWAD TZ B
EWWD VZ – EWWH VZ
Lucht- en watergekoelde inverter-
koelmachines en warmtepomp
Lucht- en watergekoelde inverter-koelmachines en warmtepomp
op
het
Sensor is kortgesloten.
De sensor is niet goed aangesloten
(geopend).
Oorzaak
Te lage waterstroming.
op
het
De invoertemperatuur naar de verdamper
is te laag.
De stroomschakelaar werkt niet of er
stroomt geen water.
De temperatuur van het koelmiddel wordt
te laag (< -0.6°C); Controleer
waterstroming en het filter.
Sensormetingen (invoer of uitvoer) zijn
niet juist gekalibreerd
Verkeerde
bevriezingsgrens
Oorzaak
Geen
waterstroming
gedurende 3 ononderbroken minuten of te
op
het
lage waterstroming.
Controleer of de sensoren goed werken
volgens de tabel en het toegestane kOhm
(k) bereik.
Controleer met een weerstandsmeter of de
sensor kortgesloten is.
Controleer
contacten geen vocht of water aanwezig
is.
Controleer of de elektrische aansluitingen
goed vast zitten.
Controleer of de bedrading van de
sensoren correct is, ook volgens het
schakelschema.
Opmerkingen
Oplossing
Verhoog de waterstroming.
Verhoog de invoertemperatuur van het
water.
Controleer de stroomschakelaar en de
waterpomp.
Geen
de
verdamper. Aflezing sensoren (ingaand of
uitgaand) zijn niet goed gekalibreerd.
Controleer de watertemperaturen met een
juist instrument en pas de afwijkingen
aan.
instelwaarde
van
De bevriezingsgrens werd niet gewijzigde
als een functie van de glycolpercentage.
Opmerkingen
Het is nodig om te controleren of de
condensor heeft opgelopen omwille van
dit alarm.
Oplossing
gedetecteerd
Controleer het filter van de waterpomp en
het watercircuit om te zien of deze verstopt
zijn.
Controleer
stromingsschakelaar en pas deze aan de
de minimale waterstroom.
Controleer of de pompwaaier vrij kan
draaien en niet beschadigd is.
Controleer
van
zekeringen, inverters, enz.)
Controleer of waterfilter is verstopt.
Controleer
of
er
in
de
elektrische
goede
uitwisseling
in
de
kalibratie
van
de
veiligheidsvoorzieningen
de
pomp
(stroomonderbrekers,
de
aansluitingen
van
D-EOMZC00106-17NL
Gebruikershandleiding
63/89
de
de
de