10
Onderhoud – algemeen
10.10 Controle/onderhoud banden
Bandenspanning controleren/aanpassen
De bandenspanning controleren,
Æ Wanneer de bandenspanning te hoog is, lucht aflaten.
Æ Wanneer de bandenspanning te laag is, de bandenspanning verhogen.
Onderhoudsintervallen voor bandenspanning controleren,
96
zie
Pagina 43.
zie
Originele handleiding 150001360_01_nl
Pagina 79.
XCollect 600-3