connectoren en de CAN-kabel in de andere connector. In het geval van een knooppunt (twee CAN-kabels, één in elke RJ45-
connector), is geen terminator nodig.
Voedingsspanning (V+ voeding): 9 V-70 V
Maximale voedingsstroom: 500 mA
Gegevenssnelheid: 250 Kbps
CANH/CANL-spanningstolerantie: +/- 70 VDC
ISO-specificatie CAN-zendontvanger: ISO 11898- 2:2016
Om maximale flexibiliteit te bieden, wordt de accuspanning gebruikt voor de V+ voedingslijn van VE.Can. Dit betekent
dat alle apparatuur die op VE.Can is aangesloten een permanente belasting van de accu is.
3.7. Gesynchroniseerde parallelle werking
Meerdere laadregelaars kunnen worden gesynchroniseerd met de CAN-interface. Dit wordt bereikt door de laadregelaars
eenvoudig door te verbinden met RJ45 UTP-kabels (bus-terminators nodig, zie punt 3.6).
De parallelle laadregelaars moeten identieke instellingen hebben (bijv. laadalgoritme). De CAN-communicatie zorgt ervoor dat de
regelaars gelijktijdig overschakelen van de ene laadtoestand naar de andere (van bulklading naar absorptie bijvoorbeeld). Elke
eenheid regelt zijn eigen uitgangsstroom, afhankelijk van de uitvoer van elke PV-reeks en kabelweerstand.
In het geval van gesynchroniseerde parallelle werking knippert het netwerkpictogram om de 3 seconden op alle
parallelle eenheden.
De PV-ingangen mogen niet parallel worden aangesloten. Elke laadregelaar moet op een eigen PV-reeks zijn
aangesloten.
3.8. Energieopslagsysteem (ESS)
Een energieopslagsysteem (ESS) is een specifiek type voedingssysteem dat een aansluiting op het elektriciteitsnet integreert met
een Victron-omvormer/acculader,
voor later gebruik wanneer de zon niet meer schijnt.
Raadpleeg de volgende handleiding voor het instellen van een ESS:
https://www.victronenergy.com/live/ess:start
3.9. I/O gebruiker
3.9.1. Remote Aan/Uit-aansluiting
De remote Aan/Uit-aansluiting heeft twee aansluitklemmen, de "Remote L"- en de "Remote H"-aansluitklem.
De wordt geleverd met de remote aan/uit-aansluitklemmen, die via een draadverbinding met elkaar verbonden zijn.
Houd er rekening mee dat de hoofd aan/uitschakelaar op de op "aan" dient te staan wanneer u de remote aansluiting wilt
gebruiken.
De remote Aan/Uit-aansluiting heeft twee verschillende bedrijfsmodi:
Aan/uit-modus (standaard):
De standaardfunctie van de remote Aan/Uit-aansluiting is om het apparaat op afstand aan of uit te schakelen.
• Het apparaat wordt ingeschakeld als de "Remote L" en de "Remote H" met elkaar verbonden zijn (via een remote schakelaar,
relais- of draadverbinding).
• Het apparaat wordt uitgeschakeld als de "Remote L" en de "Remote H" niet met elkaar verbonden zijn, en zwevend zijn.
• Het apparaat wordt ingeschakeld als "Remote H" is aangesloten op de positieve accupool (Vcc).
• Het apparaat wordt ingeschakeld als "Remote L" is aangesloten op de negatieve accupool (Min).
2-draadse BMS-modus:
Deze functie kan worden ingeschakeld via VictronConnect. Ga naar "accu-instellingen" en vervolgens naar
"afstandsbedieningsmodus". (zie bijgevoegde afbeelding)
Stel de afstandsbedieningsmodus in van "aan/uit" naar "2-draadse BMS".
In deze modus worden de signalen "belasting", "belasting loskoppelen" of "toegestaan om te ontladen" en de signalen "lader",
"oplader loskoppelen" or "toegestaan om op te laden" van een Victron lithium-accu BMS gebruikt om het apparaat te bedienen.
Pagina 10
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS
GX-apparaat
en een accusysteem. Het slaat gedurende de dag zonne-energie op in de accu,
Installatie