Wanneer de weerstand beneden de grens komt (indicatie van een aardfout), dan zal de unit stoppen met laden en de fout
weergeven.
Wanneer een hoorbaar alarm en / of e-mailnotificatie van deze fout nodig is, dan moet u ook een GX-apparaat (zoals een Cerbo
GX) aansluiten. E-mailnotificaties vereisen een GX-apparaat met internetverbinding en het configureren van een VRM-account.
De positieve en negatieve geleiders van de PV-reeks moeten van de grond af worden geïsoleerd.
Aard het frame van de PV-reeks volgens lokale vereisten. De aardingsnok op het chassis moet worden aangesloten op de
gemeenschappelijke aarding.
De geleider van de aardingsnok op het chassis van de eenheid naar de aarde moet ten minste de doorsnede hebben van de
geleiders die voor de PV-reeks worden gebruikt.
Wanneer een PV-weerstandsisolatiefout is aangegeven, raak dan geen metalen onderdelen aan en neem onmiddellijk contact op
met een gekwalificeerde technicus om het systeem op fouten te inspecteren.
De accuklemmen zijn galvanisch geïsoleerd van de PV-reeks. Dit zorgt ervoor dat PV-reekspanningen niet kunnen lekken naar
de accuzijde van het systeem in een storing.
3.3. Vereisten voor accu en bedrading
Om de volledige capaciteit van de omvormer te benutten, moeten accu's met voldoende capaciteit en accukabels met een
voldoende doorsnede worden gebruikt. Het gebruik van te kleine accu's of te dunne accukabels leidt tot:
• Vermindering van de efficiëntie van het systeem,
• Ongewenste systeemalarmen of -uitschakelingen
• Permanente schade aan het systeem
Zie tabel voor MINIMUM accu- en kabelvereisten.
Model
Accucapaciteit loodzuur
Accucapaciteit Lithium
Aanbevolen DC-zekering
Minimale doorsnede (mm²) per + en - aansluitklem
Raadpleeg de aanbevelingen van de accu fabrikant om ervoor te zorgen dat de accu's de totale laadstroom
van het systeem kunnen opnemen. Beslissingen over de grootte van de accu moeten worden genomen in
overleg met de systeemontwerper.
Gebruik een momentsleutel met geïsoleerde steeksleutel
om kortsluiting van de accu te voorkomen.
Maximum koppel: 14 Nm
Vermijd het kortsluiten van de accukabels.
• Draai de twee schroeven aan de onderzijde van de behuizing en verwijder het bedieningspaneel.
• Sluit de accukabels aan.
• Draai de moeren goed vast voor minimale contactweerstand.
3.4. Configuratie zonnepanelen
De MPPT RS moet de individuele tracker ingangen geïsoleerd van elkaar houden. Dat betekent één PV-reeks per ingang,
probeer niet dezelfde reeks aan te sluiten op meerdere tracker ingangen.
De maximale operationele ingangsstroom voor elke tracker is 18 A.
MPPT PV-ingangen zijn beschermd tegen omgekeerde polariteit, tot een maximale kortsluitstroom van 20 A per tracker.
Het aansluiten van PV-reeksen met een hogere kortsluitstroom is mogelijk, tot een absoluut maximum van 30 A, zolang ze
verbonden zijn met de juiste polariteit, Deze specificatiemogelijkheden stelt systeemontwerpers in staat om grotere reeksen aan
te sluiten en kan nuttig zijn als een bepaalde paneelconfiguratie resulteert in een kortsluitstroom net iets boven het maximum van
het omgekeerde polariteit beschermingscircuit.
Pagina 7
Geïsoleerde SmartSolar MPPT RS
450/100
200 Ah
50 Ah
125 A - 150 A
2
0 - 2 m
35 mm
2
2 - 5 m
70 mm
450/200
400 Ah
100 Ah
250 A
2
70 mm
2
2 x 70 mm
Installatie