4.6
Voormantel demonteren en monteren
Demontage van de mantel
1
C
A
B
1.
Volg de aanwijzingen in de opgegeven volgorde.
Montage van de mantel
2.
Bouw de componenten in omgekeerde volgorde op-
nieuw in.
5
Installatie
Gevaar!
Explosie- of verbrandingsgevaar door
ondeskundige installatie!
Spanningen in de aansluitingsleiding kunnen
tot ondichtheden leiden.
▶
Let erop dat de aansluitleidingen zonder
mechanische spanningen worden gemon-
teerd.
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door vervuilde lei-
dingen!
Vreemde voorwerpen, zoals lasresten, af-
dichtingsresten of vuil in de waterleidingen
kunnen schade aan de CV-ketel veroorza-
ken.
▶
Spoel de CV-installatie voor de installatie
grondig uit.
0020200498_03 ThermoElegance Installatie- en onderhoudshandleiding
T20
2
A
5.1
Gas- en waterleidingen aansluiten
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door ondes-
kundige installatie van de gasaansluiting!
Het overschrijden van de testdruk of de be-
drijfsdruk kan tot schade aan het gasblok lei-
den!
▶
Controleer de gasaansluiting op dichtheid.
Opgelet!
Beschadigingsgevaar door corrosie!
Niet diffusiedichte kunststof buizen in de CV-
installatie veroorzaken lucht in het verwar-
mingswater en corrosie in het warmtebroncir-
cuit en de CV-ketel.
▶
Voer bij het gebruik van niet diffusiedichte
kunststof buizen in de CV-installatie een
systeemscheiding uit door een externe
warmtewisselaar tussen CV-ketel en CV-
installatie in te bouwen.
Opgelet!
Kans op materiële schade door warmte-
overdracht bij het solderen!
▶
Soldeer aan aansluitstukken alleen, zo-
lang de aansluitstukken nog niet met de
onderhoudskranen zijn vastgeschroefd.
Aanwijzing
Bij installatie in een onverwarmd gedeelte raden
we u aan om de waterbuisaansluitingen aan de
uitloop van het CV-toestel en aan het systeem
van een warmte-isolatie te voorzien.
Voorafgaande werkzaamheden
1.
Controleer afhankelijk van het aansluittoebehoren of de
volgende componenten geïnstalleerd zijn:
–
een koudwaterstopkraan van het toestel
–
een afsluitkraan aan de gasleiding
2.
Monteer een expansievat met voldoende volume voor
de installatie.
3.
Blaas of spoel de aansluitleidingen voor de installatie
grondig uit.
Installatie 5
11