Identificatie van functies
Keuzeschijf voor modusselectie
U kunt de gewenste werkmodus selecteren met de keuzeschijf voor modusselectie aan de bovenzijde van de camera.
Modus AUTO
Kies deze modus voor het snel en eenvoudig maken van
opnamen met zo min mogelijk tussenkomst van de
gebruiker. In deze modus kunt u de basismenu's kiezen.
Om een geavanceerd menu te kiezen, selecteert u de
andere cameramodus.
Modus PROGRAMMA
Als u de Programma modus selecteert, worden de
optimale instellingen geconfigureerd voor de camera.
U kunt nog steeds alle functies configureren, met
uitzondering van de diafragmawaarde en de
sluitersnelheid.
Modus HANDMATIG
U kunt alle functies handmatig configureren, inclusief de
diafragmawaarde en de sluitersnelheid.
ASR-modus
Modus voor geavanceerde trillingsonderdrukking (ASR -
Advanced Shake Reduction). Met deze modus wordt het
trillen van de camera verminderd en wordt u in staat
gesteld een goede opname te maken.
Modus EFFECT
Het is mogelijk speciale effecten toe te voegen aan uw
opnamen met deze modus.
Modus SCÈNE
Gebruik dit menu om op eenvoudige wijze de optimale
instellingen te configureren voor een reeks verschillende
opnamesituaties.
[11]