2.
VOOR INSTALLATIE
VOORZORGSMAATREGEL
• Zie voor het installeren van de binnenunit de installatiehandlei-
ding die is meegeleverd met de binnenunit.
• Voor het installeren van het product zijn optionele accessoires
vereist. Zie de informatie over optionele accessoires.
2-1 Standaard meegeleverde accessoires
De volgende accessoires zijn meegeleverd. De opbergplaats van de
accessoires wordt getoond in afbeelding.
Opemerking
Geen van de accessoires weggooien voordat de installatie voltooid is.
Naam
Klem (1)
Klem (2)
Hoeveel-
11 stuks
2 stuks
heid
Vorm
Klein
Aansluitstuk
Naam
vloeistofzijde (1)
Hoeveel-
1 stuk
heid
Vorm
Aansluitstuk
Aansluitstuk
Naam
vloeistofzijde (3)
vloeistofzijde (4)
Hoeveel-
1 stuk
heid
Vorm
2-2 Voorbeeld van de systeemconfiguratie
Naam
Buitenunit
Vorm
Naam
Airconditioner
Blaasconvector
Vorm
Nederlands
Aansluitstuk
Aansluitstuk
gaszijde (1)
gaszijde (2)
1 stuk
1 stuk
Aansluitstuk
vloeistofzijde (2)
1 stuk
Overigen
1 stuk van elk onder-
1 stuk
deel
• Gebruiksaanwijzing
• Installatiehan-
dleiding
• Verklaring van con-
formiteit (PED)
• "EXTRA KOELMID-
DEL" label
Boostereenheid
Binnenunit
Koeling
Ombouw
Binnenunit
Vriezer
Naam
Blaascon-
Ombouw
vector
Vorm
1, 2, 3
1 Gebruiksaanwijzing
2 Installatiehandleiding
3 Klemmen
4 Aansluitstukken (Geïnstalleerd op het bodemframe)
2-3 Beperkingen voor de Binnenunit (Koeling en
vriezer)
• De ontwerpdruk voor de binnenunit is 2,5 MPa of meer.
• Monteer een R410A mechanische thermostatische expansieklep
op elke binnenunit.
• Isoleer het voelerblok van de mechanische thermostatische
4-expansieklep.
• Monteer een R410A solenoïdeklep (max. differentiële bedrijfs-
druk van 3,5 MPa [35 bar] of meer) aan de primaire zijde van de
hierboven beschreven mechanische thermostatische expan-
sieklep voor elke binnenunit.
• Monteer een filter op de primaire zijde van de hierboven beschre-
ven solenoïdeklep voor elke binnenunit. Bepaal de filtermaas op
basis van de maat opgegeven voor de gebruikte solenoïdeklep en
de mechanische thermostatische expansieklep.
• Leid het pad naar de warmtewisselaar van de binnenunit zodanig
dat de koelmiddelstroom van boven naar beneden loopt.
• Bij het installeren van meerdere binnenunits moet u deze op het-
zelfde niveau installeren.
• Gebruik cyclus-uit ontdooien of ontdooien met een elektrische
verwarmer als het ontdooitype. Modellen met heet-gas ontdooien
kunnen niet worden gebruikt.
3.
EEN LOCATIE KIEZEN
Kies een plaats voor installatie die voldoet aan de volgende condi-
ties. Verkrijg toestemming van de klant.
1.
Er kan geen brandgevaar ontstaan als gevolg van lekkage van
ontbrandbare gassen.
2.
Monteer het apparaat op een zodanige plaats dat de luchtstroom
die door het apparaat wordt veroorzaakt (zowel aangezogen als
uitgeblazen lucht) en het geluid dat het apparaat produceert geen
overlast bezorgt.
3.
De fundering is sterk genoeg om het gewicht van het apparaat te
dragen en de vloer waarop het apparaat wordt gemonteerd is vlak
om trillingen en, als gevolg daarvan, geluidsoverlast te voorko-
men.
4.
De lengte van de leidingen tussen de binnenunit en de buitenunit
zijn niet langer dan de toegestane leidinglengte. (Zie
"6. KOELMIDDELLEIDINGEN")
5.
Locaties waar de luchtaanvoer en luchtafvoeropening niet op
de -wind gericht staan.
Wind die rechtstreeks in de luchtaanvoer of luchtafvoeropening
Bedien-
Afstands-
ingspan-
Waars-
berdiening
eel
chuwing-
(voor air-
(ontdoo-
spaneel
conditioner)
ien)
4
3