De systeemventilator plaatsen
1.
Plaats de vier doorvoertules in de systeemventilator.
2.
Plaats de systeemventilator in het chassis.
3.
Leid de vier doorvoertules door het chassis en schuif ze langs de groeven naar buiten om ze op hun plaats te
bevestigen.
4.
Sluit de kabel van de ventilator aan op de systeemkaart.
5.
Installeer de ventilatorkap.
6.
Plaats de stationskooi.
7.
Plaats het montagekader.
8.
Plaats de kap.
9.
Volg de procedures in
Verwante koppelingen
De systeemventilator verwijderen
Het I/O-paneel verwijderen
1.
Volg de procedures in
2.
Verwijder de kap.
3.
Verwijder het montagekader.
4.
Verwijder de stationskooi.
5.
Haal het I/O-paneel of de FlyWire-kabel uit de ventilatorkapklem en warmteafleider.
6.
Koppel het I/O-paneel of de FlyWire-kabel los van de systeemkaart.
7.
Verwijder de enkele schroef waarmee het I/O-paneel aan het chassis is bevestigd.
26
Nadat u aan de computer hebt
Voordat u handelingen in de computer gaat
gewerkt.
uitvoeren.