Type 2000, 2006, 2012
Vervangen van de stopmof
WAARSCHUWING!
Gevaar voor letsel door eruit springende onderdelen!
Bij een vrij liggende spindelopening worden bij onder druk zetten van de stuurluchtaansluitingen de losse
onderdelen van de stopmof met ongedefinieerde snelheid uitgedrukt.
▶ Vóór het onder druk zetten met stuurlucht het omgevingsbereik van de uitgangsopening beveiligen (bijv.
de spindel op een vaste ondergrond zetten).
→
De onderste stuurluchtaansluiting met 6... 8 bar onder druk zetten.
→
Losse onderdelen van de nieuwe stopmof met het geleverde smeermiddel invetten.
→
Losse onderdelen in voorgeschreven richting en volgorde op de spindel steken.
→
Stopmofpakking in de stopmofpijp
→
Spindelgeleiding weer inschroeven. Aandraaimoment volgens "Tabel 2" in acht nemen!
Spindeldiameter [mm]
Tabel 2:
Aandraaimoment spindelgeleiding
3
→
Pendelschotel
op de spindel
→
Boringen van pendelschotel
3
→
Pendelschotel
aan cilindrisch onderdeel met behulp van een prisma ondersteunen.
4
→
Steekpen
in de boring steken.
→
Steekpenboringen aan pendelschotel
1
→
Huis
inspannen.
5
→
Grafietdichting
vervangen.
→
Alleen bij VA-huis: Smeer de schroefdraad van de nippel
→
Bij stuurfunctie A en I: De onderste stuurluchtaansluiting onder druk van perslucht (5 bar) zetten:
6
→
Nippel of buis
met aandrijving in het ventielhuis
nemen.
Aandraaimomenten voor inschroeven van de nippels of buis in het ventielhuis
DN [mm]
15
20
25
32
Tabel 3:
Aandraaimomenten ventielhuis
8
schuiven.
10
14
2
steken.
3
2
en spindel
op één lijn naar elkaar uitlijnen.
3
aan beide kanten met beitel of centerpons dichten.
Aandraaimoment [Nm]
45
50
60
65
français
Aandraaimoment [Nm]
6
15
6
in (b.v. Klüberpaste UH1 96-402).
1
schroeven. Daarbij aandraaimoment in acht
DN [mm]
40
50
65
Nederlands
english
Aandraaimoment [Nm]
65
70
70
17