Het in- en uitschakelen van het apparaat
Het bedienen van het apparaat
U bedient dit apparaat door de sensor-
toetsen aan te tippen.
Iedere keer wanneer u een sensortoets
aantipt, klinkt er een signaal.
Dit toetssignaal kunt u uitschakelen.
Zie hoofdstuk: "Het wijzigen van instel-
lingen", paragraaf: "Geluidssignalen".
Het inschakelen van het
apparaat
Zodra het apparaat elektrisch is aange-
sloten, verschijnt symbool t voor de
elektrische aansluiting in het display.
^ Tip de Aan/Uit – toets aan.
Symbool t gaat uit en het apparaat
begint te koelen.
In het bedieningsveld verschijnen de
sensortoetsen van de koudezones
waaruit kan worden gekozen.
Koelzone
De sensortoets van de koelzone licht
geel op en in het display verschijnt de
temperatuur die in de koelzone heerst.
22
Diepvrieszone
Wanneer de deur van de koelzone
wordt geopend, gaat de binnenverlich-
ting aan en wordt de LED-verlichting
van de plateaus steeds sterker, totdat
de maximale lichtsterkte is bereikt.
Wanneer het apparaat voor het eerst in
gebruik wordt genomen, knipperen de
sensortoetsen van de diepvrieszone en
van alarmsymbool ;.
Zodra de temperatuur die voor de diep-
vrieszone is ingesteld, is bereikt, brandt
de sensortoets van de diepvrieszone
constant en gaat alarmsymbool ; uit.
Voordat u voor de eerste keer levens-
middelen in het apparaat legt, kunt u
het het beste een paar uur laten voor-
koelen.
Leg levensmiddelen pas in de diep-
vrieszone, wanneer de temperatuur
laag genoeg is (minstens -18°C).