Profielen
(M 9-2)
Het toongeluid en het trilalarm kunnen voor elk profiel
afzonderlijk op de omstandigheden worden afgestemd.
Er zijn 6 profielen inclusief één profiel dat door de
gebruiker kan worden gedefinieerd: Normaal,
Vergadering, Actief, Auto, Headset en Stil.
Een profiel activeren
→
"Instellingen"
"Profielen"
1.
Selecteer het gewenste profiel.
Opmerking
• Wanneer een profiel is geselecteerd, verschijnt op het
standby-scherm het corresponderende symbool dat
beschreven staat op pagina 16.
Tip
• Druk tijdens standby op R en houd deze toets ingedrukt
om heen en weer te gaan tussen de profielinstelling
Normaal en Stil.
Profielen aanpassen
→
"Instellingen"
"Profielen"
1.
Selecteer het profiel dat u wilt aanpassen.
2.
Druk op [Opties] en selecteer "Aanpassen".
3.
Selecteer de instelling die u wilt aanpassen en breng de
gewenste wijzigingen aan.
Voor bijzonderheden over instellingen, zie pagina's 94
t/m 98.
4.
Druk op [Opslaan] wanneer u klaar bent.
Profielinstellingen resetten
→
"Instellingen"
"Profielen"
1.
Selecteer het profiel dat u wilt resetten.
2.
Druk op [Opties] en selecteer "Standaardinstellingen".
3.
Voer uw toestelcode in.
De toestelcode is standaard ingesteld op "0000". Voor
bijzonderheden over het wijzigen van de toestelcode,
zie "De toestelcode wijzigen" op pagina 112.
Instellingen
93